We komen nu regelmatig teams tegen waar de spanningen zijn opgelopen. Crisis, bezuinigingen en zwaardere competitie zijn een belangrijke oorzaak van conflicten. Als samenwerking belangrijk is, hebben conflicten een grote invloed op de productie, daardoor lopen de spanningen nog verder op en zie dat dan als manager nog maar eens bij te sturen.
'We moeten iets doen aan teambuilding.' Meestal is er dan sprake van een probleem, of er ligt een bedrag klaar om te besteden. Teambuilding is altijd goed, kan je nooit tegen zijn, want teambuilding is een investering in het team. Mensen gaan elkaar beter leren kennen, ze gaan beter samenwerken en het team gaat beter draaien. Waag het niet tegen te spreken, dan bewijs je meteen dat je geen teamplayer bent, en dan sta je er niet best voor.
'De helft van mijn budget voor training is zonde van het geld geweest. De pest is dat ik niet weet welke helft'. Dat is wat een manager me vertelde. Ik kan je vertellen dat het nog erger is, meer dan de helft van de trainingen levert onvoldoende op, maar wie durft dat toe te geven? De behoefte aan training is enorm. Maar als je geen resultaten kunt laten zien, dan is het een mooie post om in crisistijd in te snijden.
Projecten zijn in veel organisaties de manier om grootse plannen aan te pakken. Een belangrijk onderdeel van een project is de planning. Hoe realistisch zijn de meeste planningen? In de USSR waren ze pas goed in plannen.
Herman pakte zijn aantekeningen uit zijn managementopleiding er even bij. Boos over het feit dat één van zijn medewerkers een opdracht niet had uitgevoerd. Onacceptabel! Maar hoe pak ik dit aan? Is dit nu een discipline-/correctiegesprek? Of kan er iets anders aan de hand zijn?
Politici hebben nu iets gevonden dat in de wereld van de therapie al heel lang in gebruik is. De softe sector heeft geen positief imago, maar toch leent iedereen graag uit de softe ruif die goed gevuld is met allerhande bruikbare theorie en praktijk. Daar is nu het 'framen' uitgehaald.
Harde politici framen een campagne, vraagstukken en oplossingen om de bevolking er de gewenste ervaring bij te geven
Het hele management zit op de hei om het jaarplan te bespreken. De cijfers en de plannen liggen klaar. Iedereen heeft de verslagen voor zich liggen. De laptop is aangesloten op de beamer. Zie je het voor je?
Om een echte teamplayer te worden moeten de meesten van ons een behoorlijke weg afleggen. Het is vaak niet aangeboren, terwijl het voor steeds meer functies een vereiste is. Wat is de route die je aflegt om uiteindelijk te kunnen zeggen dat je een goede teamplayer bent?
Als je je marktwaarde op peil wilt houden zal je moeten blijven leren. Dan is het belangrijk dat je een beetje makkelijk kan leren. Wie heeft jou geleerd hoe je moet leren? Ik ben er achter gekomen dat goede manieren van leren, evidence based, tegennatuurlijk zijn. Logisch dat we ze niet toepassen. Hoe stop je nieuwe kennis in je brein, hoe leer je een nieuwe vaardigheid, met zo min mogelijk tijd en energie, en dat het ook niet zo weer weglekt?
Technologisch lijkt zo’n beetje alles mogelijk. We kunnen vanuit ons huis kunst over de hele wereld bekijken, naar de maan, met een parachute op de rand van de dampkring springen en enge ziekten genezen en voorkomen. Ik vraag me soms wel af wat het ons oplevert en wat de prijs is. Wat betekent al die technologische vooruitgang bijvoorbeeld voor jouw bedrijf, voor jouw werk als manager?
Van onze web-kinderen wordt beweerd dat ze goed kunnen multitasken, omdat ze opgroeien in een wereld waarin dat vanzelfsprekend is. Je ziet het ze ook doen: televisie kijken, facebooken, internetten en tegelijkertijd huiswerk maken. Hoe zit het met volwassenen? Kunnen wij dat ook nog leren? En onze medewerkers?
In de afgelopen periode hoorden we partijleiders elkaar regelmatig het verwijt maken dat ze maar een deel van het verhaal vertelden, met de suggestie het hele verhaal te vertellen. Dat klinkt logisch, want pas als je het hele verhaal kent, heb je een goed beeld. Dat is niet anders in bedrijven. Maar wanneer weet je dat je het hele verhaal hebt?
Onze oriëntatie op de Verenigde Staten is groot, kijk maar naar ons taalgebruik. Sommige mensen worden boos om een paar Engelse woorden in je tekst. In de streek waar ik woon is een 'compact disk' voor taalpuristen nog steeds een 'spiegelplaatje'. Ook de mentaliteit komt deze kant uit, en dat ga je merken aan uitdrukkingen die we over gaan nemen.
In interviews met Alexander Rinnooy Kan, één van de meest invloedrijke personen in Nederland, presenteert hij zichzelf als een optimist. Ik ben erg gecharmeerd van de toelichting die hij daar altijd bij geeft, nl. dat hij het een morele plicht vindt van bestuurders met een grote verantwoordelijkheid om optimistisch te zijn. Zou dat niet voor alle leiders gelden?