‘Met de kennis van nu ….’ was en is een veelgebruikte inleiding om aan te geven dat een eerder in de tijd ingenomen standpunt of beslissing is achterhaald door hedendaagse inzichten. Zo heb ik jarenlang beweerd dat brainstormen een prima idee was om veel ideeën op te hoesten om een oplossing te vinden voor bepaalde problemen. Graag wil ik u vertellen hoe ik er nú over denk.
Het vorige artikel over gebruik van visitekaartjes sloeg, zoals u dat waarschijnlijk al door had, op het gebruik daarvan in Nederland. Maar in een land waar veel zaken wordt gedaan met buitenlanden, is het goed om er even bij stil te staan hoe men daar visitekaartjes gebruikt.
Veel ondernemers hebben wel eens gehoord van Twitter, LinkedIn, YouTube, Facebook en andere sociale media, maar begrijpen nog niet goed wat ze ermee aan moeten. Neem nu bijvoorbeeld het gebruik van Twitter. Ogenschijnlijk lijkt het op een wat zinloos heen en weer schrijven van on line sms’jes waarvan de inhoud, oppervlakkig gezien, een hoog ‘geneuzel’ gehalte lijkt te hebben.
In een crisisperiode waar de nieuwe opdrachten niet voor het oprapen liggen moet een ondernemer vaak extra zijn best doen om aan de bak te komen en te blijven. Dat het vinden van nieuwe klanten niet eenvoudig is merken vooral zzp’ers die voorheen niet of nauwelijks aan acquisitie behoefden te doen omdat ze toch wel gevraagd werden; zeker in een periode van schaarste op de arbeidsmarkt.
Heeft u wel eens aan anderen durven vragen wat ze van uw visitekaartje vinden? U vindt het zelf natuurlijk vast heel mooi en functioneel want anders liep u er niet mee rond, maar zo’n kaartje maakt u natuurlijk niet voor uzelf maar voor anderen.
Netwerken kan frustrerend en tijdrovend zijn; vooral voor mensen die nog steeds niet kunnen of willen begrijpen wat netwerken nu eigenlijk inhoudt en zich stukbijten op het verzamelen van nieuwe contacten. Men gaat onterecht van de gedachtegang uit dat meer ook beter betekent. Ik ken mensen die op LinkedIn en andere sociale media al meer dan 7000 ‘vrienden’ hebben.
Vandaag had ik tijdens de lunch een boeiend gesprek met een beeldend kunstenares. Ineens zaten we te praten over Personal Branding en hoe een kunstenaar zich kan onderscheiden van anderen; een hele uitdaging.
‘Hoeveel mensen moet men nu eigenlijk kennen om een succesvol netwerk te hebben?’ is een regelmatig gestelde vraag. Het vinden van een antwoord lijkt de laatste tijd een soort competitie te worden.
Offertes zijn één van de stiefkindjes van zakelijk Nederland. Jaarlijks worden er miljoenen offertes uitgebracht en als er naar het omzetpercentage in opdrachten wordt gekeken, komt de 80:20-regel van Vilfredo Pareto in beeld. 80% van de offertes verdwijnen in het ronde archief of op de bureaus van uw concurrenten! Tijd om daar eens verandering in aan te brengen.
Er vindt een duidelijk waarneembare verschuiving plaats in de werking van de arbeidsmarkt. Waar de babyboom generatie nog wel 40 jaar bij dezelfde werkgever wist vol te maken, gaf de volgende generatie de voorkeur aan jobhoppen; vier/vijf jaar bij een bedrijf werken om dan weer bij een ander aan de slag.
Op LinkedIn kwam ik onlangs een enquête tegen waar gevraagd werd naar het gebruik van digitale netwerken (social networks). Tot mijn verbazing gaf de voorlopige uitslag aan, dat ruim 30% van de respondenten deze ‘nieuwlichterij’ helemaal niets vond en er niet aan deel wilde nemen.
Netwerken is een contactsport en laat ik dan gelijk de open deur maar intrappen door te stellen dat, als je contacten wilt blijven houden, je die contacten moet onderhouden en daarvoor heb je netwerkmanagement nodig. We kennen niet voor niets het gezegd:’Uit het oog, uit het hart.’
Valt het u ook op dat steeds vaker seminars, workshops en congressen gratis worden aangeboden? Bij analyse blijkt dat deze gratis gebeurtenissen doorgaans worden aangeboden door mensen die teveel tijd hebben en onvoldoende overtuigd zijn van de waarde van hun product of dienst.
Vandaag vroeg een bevriende relatie mij om haar en enkele collega’s wegwijs te maken op LinkedIn. Nu ben ik geen expert zoals onze zuiderbuur Jan Vermeiren, maar ik kom er een eind mee en in het land der blinden is éénoog koning moet je maar denken, dus stemde ik toe. Oh ja, er was niet echt een budget voor mijn diensten. Waarom verbaasde me dat niet?