19 februari 2010 -
Het aantal managers is in de afgelopen jaren nauwelijks toe- of afgenomen en is in elke sector ongeveer gelijk, namelijk vier à vijf procent van het totaal aantal personeelsleden. Wel zijn er tussen organisaties grote verschillen. Adviesbureau Berenschot concludeert dit op basis van een achtjarig onderzoeks- en adviesprogramma.
De conclusies zijn opvallend omdat er in de laatste jaren veel tegenstrijdige en negatieve berichten waren over het aantal managers, bijvoorbeeld in het onderwijs en in de gezondheidszorg.
Verdieping
Het programma werd op eigen initiatief uitgevoerd in negentien sectoren. In totaal gaven 1.200 organisaties Berenschot sinds 2001 opdracht om hun overhead te onderzoeken, waaronder ook het aantal managers. Mark Huijben en Arno Geurtsen publiceerden hierover eerder het boek ´Heeft iemand de overhead gezien?´ Het onderzoek naar het aantal managers vormt hier een verdieping op en wordt op 18 februari gepubliceerd in de Holland/Belgium Management Review.
Duizendpoten
De laatste jaren zijn er veel berichten geweest over het aantal managers. Hun aantal zou sterk toenemen. Maar dat blijkt niet het geval. Gemiddeld gaat het om 4,6 procent van de totale personeelsformatie. In de sectoren primair en voortgezet onderwijs, gehandicaptenzorg en welzijn zijn wat meer managers (zes à 7,5 procent), maar dat is goed verklaarbaar omdat daar andere overheadtaken veel kleiner zijn dan gemiddeld. Feitelijk nemen de managers daar de taken over van anderen (‘de directeur die de vuilniszakken aan de weg zet’). De auteurs noemen deze managers ‘de duizendpoten’ of ‘manussen van alles’, omdat ze zelf veel ondersteunende taken verrichten. Er is volgens hen dan ook ten onrechte kritiek op het aantal managers in deze sectoren.
Beperkte managementtijd
Medische centra (2,3 procent), accountantskantoren (3,2 procent), productiebedrijven (3,3 procent), ingenieursbureaus (3,6 procent) en rechtbanken (3,8 procent) hebben de minste managers. "Deze organisaties worden vooral gemanaged door professionals, die slechts een deel van hun tijd zijn vrijgesteld om te managen. Zij moeten zelf ook productienormen halen, zoals een aantal rechtszittingen of declarabele uren. Dat dwingt om de managementtijd te beperken. Potentieel risico daarvan is dat er te weinig aandacht is voor de ontwikkeling van medewerkers," aldus de onderzoekers.
Grote verschillen
Tussen organisaties in elk van de sectoren zijn grote verschillen in het percentage managers. Dit varieert van één tot twaalf procent van de personeelsformatie en is slechts voor een beperkt deel te verklaren op grond van rationele factoren. "Wat ons opvalt uit de vele interviews en bijeenkomsten is dat veel organisaties geen idee hebben welk aantal managers nu ongeveer gebruikelijk is. Dat betekent dat op sommige plekken gewoonweg te veel managers werken. Men heeft behoefte aan een norm of indicatie."
Overhead
Onder managers rekenen de onderzoekers alle functionarissen wiens hoofdtaak het is om een rol als lijnmanager te vervullen, inclusief de directie. Managers van stafafdelingen zijn niet meegeteld, aangezien zij reeds meetellen in de ondersteuning. Tot de overhead als geheel behoren daarnaast ook de staf en ondersteunende afdelingen.
Zijn de ''uitgeplaatste'' managers meegeteld, die hun oude functie als zelfstandige buiten de (overheid-) voortzetten, maar nu als onafhankelijk ''adviseur''? Zogenaamde 'quango's'.
Het was meestal de deal om formeel het ambtenarenapparaat te verkleinen. Ze bleven feitelijk doorfunctioneren, maar nu betaald uit adviseurspotten. Het zou om een miljard euro per jaar kunnen gaan in Nederland.
Onder paars werd namelijk heel wat afgeprivatiseerd vanuit de overheid.Voor de VVD om het principe, voor de PvdA om de baantjes.
Job te Pas
Den Haag
T Meijer
|
|
21
-
02
-
2010
|
15
:
56
uur
ER is een interessant onderzoek (2005- 2006 meen ik) van Prof. Alfred Kleinknecht, hoogleraar in de economie van innovatie aan de faculteit Techniek, Bestuur en Management van de TU Delft) waaruit blijkt dat het aantal managers als percentage van de beroepsbevolking (gecorrigeerd voor van alles, zoals boerenbedrijven etc.) enorm verschilt per land.
Zie voor een leesbare en overzichtelijke publicatie ''Overdaad schaadt'', te downloaden via (Klik hier)
In het algemeen blijken de Europese Continentale en Scandinavische landen gemiddeld veel minder managers per aantal werkenden te hebben dan de Anglo-saksische landen. Dat roept interessante vragen op, die verband houden met de vragen die het onderzoek van Berenschot oproept.
Ook Kleinknecht legt vooral relaties met sturing en motivatievraagstukken die kunnen verschillen op basis van het type relaties tussen werknemers en managers. Bovendien laat hij de relatie met productiviteit zien: meer management, minder productiviteitsgroei. Hij behandelt e.e.a. echter op een macroniveau waarin ook de marktverhoudingen en werknemers-werkgevers relaties, inclusief de rechtsposities en organisatiecultuur een rol spelen.
De behoefte aan een ''norm'' of ''indicatie'' over wat een ''normaal'' niveau aan management is, is wederom een typische management-manier om met het vraagstuk van sturing en motivatie om te gaan. ''Geef ons een norm en dan is dit probleem ook weer te managen''. Zo werkt management natuurlijk niet.
Het lijkt vooral een vraag die te beantwoorden is met een analyse van en reflectie op het onderliggende mensbeeld dat de top van de organisatie/bedrijf heeft. Indien men denkt: Vertrouwen is goed, controle is beter'', dan pomp je er meer managers lijkt me.
Zinvoller lijkt me de vraag hoe het managent de relaties met werknemers op een vertrouwensvolle, integere en productieve wijze kan vormgeven. Het artikel op deze site over de ''balans tussen vertrouwen en beheersen'' (Effectief Leiderschap) vond ik een aardige indruk geven van die problematiek.
Eric
|
|
16
-
10
-
2011
|
10
:
50
uur
Misschien nog een handige tip: op www.hranalytics.nl kun je je organisatie gratis vergelijken op dit punt.