Nederland stijgt zeven plaatsen op Global Gender Gap Index
Ondanks coronacrisis is de arbeidsparticipatie en politieke invloed van vrouwen toegenomen
6 april 2021 -
Nederland is met zeven plaatsen gestegen op de Global Gender Gap Index. Wereldwijd is echter de ongelijkheid tussen man en vrouw toegenomen. Zo blijkt uit het ‘The Global Gender Gap Report 2021’ van het World Economic Forum (WEF). De jaarlijkse graadmeter van de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, is uitgevoerd onder 156 landen.
In de Global Gender Gap Index wordt gekeken naar economische participatie, toegang tot onderwijs, politieke invloed en gezondheidszorg/levensverwachting. Het Amsterdam Centre for Business Innovation van de UvA, onder leiding van prof. dr. Henk Volberda, is partnerinstituut van het WEF en verzamelde de gegevens voor Nederland.
Deze vijftiende editie van het rapport laat zien dat wereldwijd de ongelijkheid tussen man en vrouw is toegenomen. De coronapandemie heeft een negatievere invloed op vrouwen dan op mannen. Wereldwijd bezien is de gender gap voor 68 procent gedicht. Gezien deze ontwikkelingen kan het nog wel 136 jaar duren voordat de ongelijkheid tussen beide seksen volledig zal zijn opgeheven. Relatief meer vrouwen verliezen hun baan (5 procent tegenover 3,9 procent volgens de International Labour Organization), omdat zij oververtegenwoordigd zijn in de sectoren die het meest zijn geraakt door de coronacrisis. Bovendien heeft de sluiting van kinderopvang, scholen en zorginstellingen voor ouderen geleid tot zeer hoge stressniveaus en afnemende arbeidsproductiviteit van met name vrouwen met kinderen.
Nog geen koploper
Het beeld in Nederland is echter positiever. Nederland is met 7 plaatsen gestegen naar de 31e positie. In Nederland heeft de coronacrisis niet geleid tot afnemende participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt. De arbeidsparticipatie en kansen van vrouwen in Nederland zijn juist verbeterd. De politieke invloed van vrouwen is ook toegenomen. "De substantiële stijging van Nederland op de Global Gender Gap Index is een eerste teken dat het emancipatiebeleid in Nederland zijn vruchten begint af te werpen. Maar de ongelijkheid is nog steeds aanzienlijk en we behoren nog steeds niet tot de koplopers,"stelt Volberda. "We hebben in Nederland goed gekwalificeerde en uitstekend opgeleide vrouwen; we moeten er alles aan doen dat zij nu ook beter doorstromen naar leidinggevende managementposities en politieke functies.’