10 oktober 2019 -
Acht van de twaalf provinciehoofdsteden hebben de tarieven voor parkeervergunningen in 2019 ten opzichte van 2018 verhoogd. Assen hanteert hierbij het laagste tarief voor een parkeervergunning en Utrecht het hoogste.
Dit blijkt uit onderzoek van SnappCar, dat de tarieven van parkeervergunningen onderzocht in 75 gemeenten.
Merendeel provinciehoofdsteden verhoogt tarief parkeervergunning
In acht van de twaalf provinciehoofdsteden kost een parkeervergunning in de duurste zone(s) in 2019 meer dan in 2018. In Den Haag is een vergunning voor de duurste zone gestegen met 45 procent. Ook in het voor autobezitters al dure Utrecht (+24 procent) en Maastricht (+tien procent) zien we forse stijgingen.
Kleine verhogingen zagen we in Haarlem (+2,5 procent), Groningen (+2,5 procent), Zwolle (+2,5 procent), Den Bosch (+1,9 procent) en Middelburg (+1,4 procent). In Assen, Arnhem, Leeuwarden en Lelystad bleven de tarieven voor een parkeervergunning in de binnenstad gelijk aan die van 2018.
Grote verschillen tarieven parkeervergunningen in provinciehoofdsteden
Voor een parkeervergunning betaal je als autobezitter in Assen 45 euro per jaar. Ook in Den Haag (60 euro) en Middelburg (87,60 euro) is een vergunning relatief goedkoop voor autobezitters.
Autobezitters in de provinciehoofdsteden Utrecht (342 euro), Maastricht (285,36 euro), Groningen (247 euro), Leeuwarden (225 euro) en Den Bosch (215 euro) betalen aanzienlijk meer voor een vergunning in de binnenstad.
Tarief parkeervergunning in Rotterdam meest gestegen
In Rotterdam is het tarief voor een parkeervergunning in 2019 opvallend fors gestegen, met maar liefst 78 procent. Autobezitters betalen voor alle zones hetzelfde bedrag, namelijk 115,20 euro. Dat is echter nog steeds een stuk minder dan het tarief dat vergunninghouders in Amsterdam betalen voor de duurste zone (533 euro).
Mede door deze verhogingen zijn parkeergelden en -vergunningen als inkomstenbron voor gemeenten in 2019 ten opzichte van 2018 gestegen met 9,7 procent, tot ruim 900 miljoen euro.