Overheid moet niet opleider, maar deeltijdstudent financieel ondersteunen
30 oktober 2013 -
Nu verschillende hogescholen hun deeltijdopleidingen stoppen door de afname van het aantal eerstejaars studenten in het bekostigd deeltijdonderwijs, zou de overheid de student financieel moeten ondersteunen in plaats van de onderwijsinstelling. Op deze manier kan de student kiezen voor de opleider die het best aansluit bij zijn specifieke wensen.
Begin november brengt de commissie Rinnooy Kan advies uit aan minister Jet Bussemaker over de toekomst van de bekostiging van het deeltijdonderwijs in Nederland. Het aantal eerstejaars studenten aan deeltijdopleidingen bij reguliere bekostigde hogescholen en universiteiten is van 2001 tot 2012 vrijwel gehalveerd (van ruim 19.000 naar minder dan 10.000). Deze daling zet voort nu verschillende hogescholen, bijvoorbeeld Hogeschool Inholland, hun deeltijdopleidingen stoppen. Reguliere hogescholen zijn vooral ingesteld op schoolverlaters uit het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs die voltijds gaan studeren. De deeltijdopleidingen voor herkansers en herkwalificeerders op volwassen leeftijd vragen om meer flexibiliteit en maatwerk. Bij deeltijdonderwijs voor volwassenen dient er veel meer ingespeeld te worden op de situatie van mensen die studie proberen te combineren met een baan, gezin en sociaal leven.
De overheid kan deelname aan het deeltijdonderwijs verhogen
Jeffrey van Zaalen, directeur van Hogeschool NTI: "De overheid stimuleert de deelname aan deeltijdonderwijs veel meer door niet de hogescholen, maar de studenten te financieren. Op deze manier kan de student kiezen voor de opleider die het beste aansluit bij zijn specifieke wensen. Het is voor Nederland van groot belang dat juist in de huidige economische omstandigheden mensen continue hun kennis en vaardigheden op peil houden en werken aan hun inzetbaarheid. Dat past helemaal in de Leven Lang Lerengedachte. Overheidsbekostiging van onderwijsinstellingen voor deeltijdonderwijs is niet nodig, aangezien studenten nu al vaker kiezen voor het niet-bekostigde deeltijdonderwijs. De overheid zou vooral specifieke doelgroepen kansen moeten bieden: denk aan werklozen die zich willen kwalificeren voor de arbeidsmarkt of aan groepen waar de arbeidsmarkt nu of in de toekomst specifieke vraag naar heeft. Denk daarbij aan mensen die een technische opleiding gaan doen of mensen die zich willen omscholen naar het leraarschap of willen gaan werken in zorg en welzijn."
Waar in het bekostigde onderwijs de instroom van deeltijdstudenten drastisch afneemt, nemen de studentaantallen in het erkende, maar niet bekostigde, hoger onderwijs toe. Het concept van online onderwijs met klassikale ondersteuning, terwijl de student iedere dag met de studie kan starten en in veel gevallen iedere dag in testcenters door heel Nederland tentamen kan doen, beantwoordt maximaal aan de behoefte van deeltijdstudenten.
Hoe heet een financiële ondersteuning voor studenten van de overheid toch ook al weer...
O ja, studiefinanciering...
Het is er dus al, geef deeltijdstudenten ook de mogelijkheid om nog (extra) studiefinanciering te krijgen.
Hans
|
|
31
-
10
-
2013
|
12
:
44
uur
De opleider krijgt zo'n € 5.000 per student per jaar om een opleiding te verzorgen. Dat geldt moet niet meer naar de opleiders gaan want het lukt ze niet om meer studenten te trekken. Als dat geld rechtstreeks naar de subsidiëring van studenten gaat die dat dan geven aan de opleider van hun keus, dan gaan opleiders vast harder lopen.
karel verkerk
|
|
2
-
11
-
2013
|
21
:
07
uur
Tja was te verwachten als de overheid de enige tegemoetkoming aan deeltijdstudenten de scholingsbelastingaftrek afschaft. Effectrapportage had misschien veel ellende kunnen voorkomen. Nu gaat er mogelijk weer via reparatiewetgeving iets hersteld worden, Maar sowieso weer minstens één verloren opleidingsjaargang. Via zwalkend overheidsbeleid bereiken we nooit de overkant.
Het is mij een raadsel hoe de overheid langdurige aangegane verplichtingen en ambities wil bereiken zoals lissabon doelstellingen, stijgen naar de top 5 innovatieve economieën. Flexibilisering van scholingsfondsen en die ook overdragen als levensrugzakje van de werknemer zou ook winst kunnen opleveren. Werknemer betaalt nu bijv. 20 jaar in bedrijfstak A, stel journalistiek en dreigt werkloos te worden. Kansen in bedrijfstak
A zijn erg klein. Omscholing naar een andere functie in een andere bedrijfstak is niet mogelijk dmv de door hem en werkgever opgebrachte gelden door de cao voorwaarden.