Een derde van de werknemers geeft zijn baan ruime voldoende
27 november 2012 -
34 procent van de werknemers in Nederland geeft zijn of haar baan gemiddeld een zeven als rapportcijfer. Per branche zijn er duidelijk verschillen te zien in hoe werknemers hun baan beoordelen. Werknemers werkzaam in de ICT en techniek zijn opvallend positief. Werknemers in de productiebranche geven hun baan het laagste rapportcijfer.
Dit blijkt uit onderzoek van Unique onder ruim 3.000 respondenten. Naast de verschillen per branche, zijn er ook verschillen te zien tussen het soort contract, de leeftijd en geslacht.
Branche
In de ICT beoordeeld 43 procent zijn of haar baan met een 8, in de techniek is dat 42 procent. Deze cijfers wijken veel af van de landelijke trend, waar slechts 29 procent van de werknemers zijn of haar baan een acht toekent. In de productiebranche kent maar liefst dertien procent van de werknemers zijn of haar baan het cijfer twee toe, terwijl het landelijk gemiddelde van werknemers die hun baan beoordelen met een twee op 0.5 procent ligt.
Contract
Opgesplitst naar het soort contract blijkt dat gedetacheerde werknemers meer tevreden zijn over hun baan: 42 procent geeft zijn of haar baan een acht. Bovendien worden er in deze groep de meeste voldoendes uitgedeeld. Werknemers met een nulurencontract geven juist de meeste onvoldoendes.
Leeftijd
Gekeken naar leeftijdscategorie beoordelen werknemers in de categorie van 45 tot 55 jaar en 55 jaar en ouder hun baan het hoogst. Het gemiddelde ligt hier iets boven de zeven. De overige leeftijdscategorieën kennen hun baan ongeveer hetzelfde cijfer toe, het gemiddelde ligt hier iets boven de zes.
Geslacht Mannen en vrouwen geven hun baan ongeveer hetzelfde cijfer. Gemiddeld kennen zij hun baan een zeven toe, in lijn met de landelijke trend. Bij de hogere rapportcijfers is wel een klein verschil te ontdekken. Zes procent van de mannen geeft zijn baan een negen, tegenover acht procent van de vrouwen.
Behoorlijk tevreden
Raymond Puts, algemeen directeur Unique: "Overall gezien is de Nederlandse werknemer behoorlijk tevreden over zijn baan. Althans, als je een zeven een goede score vindt. Eén van de oorzaken dat werknemers in de ICT en de techniek hun baan zo hoog waarderen, is dat er in die branches ondanks de crisis nog relatief veel werk te vinden is. Dat betekent dat mensen sneller van baan durven en kunnen wisselen wanneer ze niet op hun plek zitten. Verder is het opvallend dat niet de werknemers met een vast contract, maar juist gedetacheerde werknemers hun baan het hoogste rapportcijfer geven. Dit kan te maken hebben met het feit dat een vast contract tegenwoordig lang niet meer zoveel zekerheid geeft als vroeger."
Hoopgevende cijfers. Resteert uiteraard de evenzo interessante vraag: hoe verhoudt zich deze werknemerstevredenheid tot een, naar mijn mening, nog belangrijkere factor namelijk de werknemerbetrokkenheid?
Een tweede vraag die mij in deze context bezighoudt: Zou het zo kunnen zijn dat de 'opvallend veel positieve' ICT-ers dat (ook) zijn, omdat zij zich inhoudelijk meer met hun vak/passie kunnen bezighouden dan vele andere beroepsuitoefenaren in andere sectoren? Ik bedoel: op basis van hun specialisme in eerste instantie meer vrijheid hebben en minder directe/doorlopende controle? Zolang de 'klus' maar geklaard wordt natuurlijk! Dat is namelijk fijn werken. Zouden ze in (veel) meer werkomgevingen moeten toepassen!