Helft OR's wil aanpassing Wet op de Ondernemingsraden
15 november 2012 -
Bijna de helft van de ondernemingsraden (45 procent) wil dat de Wet op de ondernemingsraden (WOR) wordt aangepast. De wet, de basis van vrijwel alle bevoegdheden en instrumenten van de OR, is gedateerd en sluit daardoor niet meer goed aan bij de praktijk van tegenwoordig. Zo wil ruim 40 procent van deze OR's adviesrecht over het salaris van de directeur en vindt een op de drie OR's dat zij een uitgebreider instemmingsrecht zouden moeten hebben over bonusregelingen.
Dat blijkt uit OR Insight 2012, een grootschalig onderzoek onder ondernemingsraden van Performa en FNV Formaat.
Secundaire arbeidsvoorwaarden
Met een gemiddelde van 7,6 geven ondernemingsraden de mogelijkheden die de WOR biedt een voldoende. Toch vindt bijna de helft van de OR's dat de wet op punten aanpassing behoeft. Het liefst zien OR's dat in de Wet op de ondernemingsraden het instemmingsrecht wordt uitgebreid naar alle secundaire arbeidsvoorwaarden (54 procent). Er zouden dan geen wijzigingen in de secundaire arbeidsvoorwaarden meer mogelijk zijn zonder instemming van de OR. Nu geldt dit alleen bij pensioen-, winstdeling-, en spaarregelingen. Daarnaast willen OR's instemmingsrecht bij reorganisaties (49 procent). Nu geldt hiervoor nog het adviesrecht - de directie is verplicht besluiten voor advies aan de OR voor te leggen.
Topbeloningen
Ook leeft de wens onder OR's om inspraak te krijgen rondom topbeloningen. Zo zou de WOR aan ondernemingsraden adviesrecht moeten geven over de beloning van de directie (41 procent). Verder zien OR's graag dat bonussystemen makkelijker ter instemming aan de OR voorgelegd worden (30 procent), nu mag een OR wel wat zeggen over systematiek, maar vaak weer niet over de hoogte van de bonus. Voor het uitvoeren van al deze extra bevoegdheden moeten OR's wel voldoende vrijgesteld worden. 43 procent wil daarom dat de vrijstelling die OR-leden krijgen voor hun medezeggenschapswerk beter geregeld wordt in de WOR.
Or's zijn nodig in organisatie waar polariteit heerst tussen kapitaal en arbeid. Het is een lapmiddel om de machtsongelijkheid te herstellen. En dus gebaseerd op strijd. In de 21ste eeuw vindt er versmelting van traditionele rollen plaats: consumenten produceren mee (prosumenten) en werknemers besturen samen het bedrijf (werkondernemers). De tegenstrijdigheid overstijgen tussen kapitaal en arbeid is volgens mij een duurzame oplossing.