Hoger Onderwijs laat kansen voor kwaliteitsverbeteringen liggen
25 januari 2012 -
Het Hoger Onderwijs in Nederland kan wel een kwaliteitsimpuls gebruiken. Toch benutten nog maar weinig Hogescholen en Universiteiten de informatie waarmee ze de kwaliteit van onderwijs en voorzieningen kunnen verbeteren. En dat terwijl ze deze informatie vaak op de plank hebben liggen, in de vorm van allerlei soorten tevredenheidsonderzoeken.
"Onbegrijpelijk," vindt Suzanne den Tuinder van Odion Onderwijsonderzoek. "Er wordt jaarlijks door Hogescholen en Universiteiten een klein vermogen uitgegeven om de tevredenheid te meten van studenten, docenten, alumni en noem het maar op. Maar de uitkomsten worden vrijwel uitsluitend voor externe verantwoording gebruikt. Terwijl je met de resultaten juist uitstekend knelpunten kunt constateren in onderwijs en voorzieningen, en na kunt gaan welke aanpak daadwerkelijk leidt tot gewenste resultaten. Wat zijn belangrijke obstakels? Welke maatregelen hebben concreet resultaat opgeleverd? Als je die slag als instelling niet maakt, laat je veel kansen liggen en benut je de enorme investeringen in tevredenheidsonderzoek veel te beperkt."
Voorbeeld
Een mooi voorbeeld van hoe het ook kan, is een analyse die zij recentelijk heeft gedaan voor de Hogeschool Markus Verbeek Praehep. Studenten liepen hier enorme vertragingen op in de afstudeerfase van hun opleiding, of haakten zelfs af. De Hogeschool had de laatste jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de kwaliteit van de begeleiding in deze fase, door het vernieuwen van een online begeleidingsprogramma en het verbeteren van het lesmateriaal.
Toch wilde het aantal afstudeerders maar niet toenemen. Aanvullende analyses op de resultaten van een bestaand studenttevredenheidsonderzoek wees toen uit dat de studenten de kwaliteit van de materialen als ruim voldoende ervaarden. De bottle neck bleek de stuurloosheid van studenten bij hun afstudeeropdracht, met name in de beginfase. Hogeschool Markus Verbeek Praehep heeft toen de afstudeeropdracht meer gefaseerd en gestructureerd en heeft meer vaste contactmomenten ingebouwd voor vragen en feedback.
Gouden greep
Dit bleek de gouden greep; het volgende jaar was het aantal studenten dat de scriptie binnen zes maanden afrondt al gestegen van negentien naar 41 procent. Een nieuwe meting van het studenttevredenheidsonderzoek wees bovendien uit dat studenten de fasering en de vaste contactmomenten als erg prettig ervaren, en dat zij ook de beginfase sneller doorlopen; 58 procent ligt na drie maanden nog op schema, versus 33 procent in het jaar daarvoor. Op deze manier heeft de Hogeschool met een bestaand onderzoek en tegen geringe kosten een opzienbarende verbetering in resultaat kunnen bewerkstelligen.