9 juli 2006 -
Minder dan de helft van de Britse werknemers is blij met de manier waarop hun carričre verloopt. De reden? De baas. Als het op hun carričre aankomt, rekent tweederde op de steun van hun manager, maar minder dan de helft vindt dat hij of zij genoeg doet om hen te helpen hogerop te komen. Eén op de vijf werknemers voelt zich zelfs misleid omtrent de carričreperspectieven tijdens de sollicitatie.
De managers zelf zijn juist erg enthousiast over hun ontwikkelmogelijkheden. Tweederde is tevreden met het verloop van zijn of haar carričre en bijna de helft ziet geen problemen op dit front in de toekomst. Uit dit onderzoek lijkt echter naar voren te komen dat de carričre van hun medewerkers hen niet al teveel bezighoudt. En dat terwijl het creëren van betrokkenheid, motivatie en meer productiviteit toch een essentieel onderdeel van het leiderschap is en cruciaal om het bedrijf op de rails te houden.
Weinig kansen Het voornaamste obstakel voor werknemers die hogerop willen, lijkt het gebrek aan kansen en vooruitzichten. Meer dan tweederde van de respondenten noemt dit de belangrijkste belemmering. Gevraagd naar wat belangrijk was bij de carričreontwikkeling, scoorden met name vastgestelde ontwikkeldoelen (25 procent), dagelijkse begeleiding (23 procent), cursussen (21 procent) en regelmatige beoordelingsgesprekken (veertien procent). Meer dan een derde van de werknemers vindt echter dat hier onvoldoende aandacht aan wordt besteed. Hiermee ondermijnen werkgevers de motivatie van hun werknemers en de ontwikkeling en groei van de onderneming. Het risico: werknemers stappen over naar de concurrentie die wel aan hun eisen tegemoet komt.
Weinig vertrouwen in managers Daar komt bij dat Britse werknemers minder vertrouwen in de leidinggevende kwaliteiten van hun senior managers hebben dan vorig jaar. Volgens een kwart heeft hun management geen duidelijke toekomstvisie. Ook leidinggevende capaciteiten en gevoel voor strategie worden door een kwart van de medewerkers in twijfel getrokken. Dit blijkt uit de Worker's Index survey, die tweemaal per jaar uitgevoerd wordt door The Work Foundation.
Publiek versus privaat Werknemers in de publieke sector hebben nog minder vertrouwen in hun managers dan werknemers in de private sector. In februari 2005 had 40 procent van de mensen in de publieke sector nog vertrouwen in hun leidinggevenden, in mei van dit jaar was dat aantal gekelderd tot zeventien procent. In de private sector daalde het vertrouwen van 55 naar 44 procent. 63 procent van de mensen in de publieke sector is het eens met de stelling 'in mijn onderneming is de klant koning', in de private sector is dit percentage 79.
Lijnmanagers In navolging op het vertrouwen in senior managers, is ook het vertrouwen in de direct leidinggevende verdeeld. Iets meer dan de helft van alle werknemers is het eens met de stelling 'mijn directe chef inspireert me om mijn werk beter te doen'. Wel zou 60 procent van de medewerkers hun onderneming aanprijzen als werkgever. Bovendien is 66 procent van de werknemers enthousiast over de producten of diensten die hun onderneming aanbiedt.
Wie hoger op wil (of wie ergens wil komen in het algemeen) moet twee dingen doen. Ten eerste, kansen grijpen en ten tweede obstakels overwinnen.
Een baas met weinig visie of drijfveren voor de carriere van zijn werknemers kan een obstakel zijn. Je zult dan dus zelf op zoeken moeten naar nieuwe kansen (andere baan, andere functie, e.d.) of die baas zover krijgen dat hij wel meehelpt aan je carriere (d.w.z. je baas managen).
Dat laatste heb je toch nodig als je zelf leidinggevende wilt worden, want net als bazen die niet willen meewerken zul je ook medewerkers tegenkomen die niet willen meewerken. Sterker nog, je komt mensen tegen die niet willen meewerken maar die je wilt nodig hebt, terwijl je daar helemaal geen zeggenschap/leiding over hebt (b.v. collega's, klanten, zakenrelaties).
Kortom, niet klagen over je baas over je carriere, maar het gewoon in eigen hand nemen.
"Het is nooit te laat om vandaag te beginnen", van de Loesje scheurkalender.
