4 december 2005 -
De beste garantie op anonimiteit voor informanten die naar de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) stappen om misstanden te melden, is dat zij hun identiteit niet prijsgeven. Dat staat in de 'Beleidsregel Informanten', die de NMa vrijdag heeft gepubliceerd.
De NMa houdt zich onder meer bezig met het aanpakken van kartelvorming en misbruik van economische machtsposities. De instantie gaat samenwerken met het landelijk meldpunt M. (Meld Misdaad Anoniem).
Drempel De kartelautoriteit werkt ook het liefst met anonieme informanten, aldus een woordvoerster in een toelichting. 'We willen de drempel zo laag mogelijk houden om zo veel mogelijk informatie binnen te krijgen. Dat is cruciaal voor ons werk.'
Naam en toenaam Informanten die zich met naam en toenaam melden bij de mededingingsautoriteit, lopen wel het risico dat de NMa hun identiteit bekendmaakt. Dat gebeurt wanneer zij zich schuldig hebben gemaakt aan een misdrijf waarvoor een aangifteplicht geldt of wanneer de rechter in een rechtszaak om de identiteit van de informant vraagt. Dat is tot nog toe echter nooit voorgekomen.
Verschoningsrecht Informanten die er voor kiezen de NMa te benaderen via een tussenpersoon en anoniem willen blijven, doen er goed aan iemand met verschoningsrecht te kiezen, zoals een advocaat. Tussenpersonen zonder verschoningsrecht kunnen door de rechter worden gedwongen de identiteit van de informant te onthullen.
Bij de NMa hebben zich dit jaar 282 informanten gemeld, van wie 53 hun identiteit niet prijsgaven.