Ziekteverzuim onderhoudssector ver onder landelijk gemiddelde
26 augustus 2015 -
De Nederlandse onderhoudssector ontwikkelt zich continu, waardoor de prioriteiten binnen de sector alsmaar veranderen. Dit is merkbaar in zowel het gehele onderhoudslandschap als de eigen onderhoudsorganisatie.
Om een duidelijk beeld te geven van deze invloeden, brengt de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) jaarlijks de trends op de Nederlandse onderhoudssector in kaart.
Trots
Het ziekteverzuim ligt momenteel, na een lichte piek van 3,4 procent in 2014, ook dit jaar met 3,1 procent behoorlijk onder het landelijk gemiddelde, dat 0,7 procent hoger ligt. De onderhoudssector kan daar trots op zijn. Met 3,6 procent is het ziekteverzuim binnen de onderhoudssector in de Procesindustrie het hoogst. Onroerend goed scoort met 1,9 procent ziekteverzuim het laagst.
Economische situatie
Het lage ziekteverzuim van onderhoudsprofessionals houdt mogelijk verband met de economische situatie en het feit dat meer mensen zich zorgen maken om het behoud van hun baan. Daarnaast krijgen onderhoudsbedrijven steeds meer aandacht voor 'work-life balance' en het welzijn van de werknemers. Een andere reden voor het lagere ziekteverzuim kan een verhoogd aantal zzp’ers zijn. Immers, deze groep wordt (meestal) niet als ziek aangemerkt door werkgevers. Ze worden immers in geval van ziekte niet ingehuurd. Ook wordt aan de werkgeverskant meer en meer aandacht besteed aan R&IE. Met een Risico Inventarisatie Evaluatie worden de mogelijke gezondheids- en veiligheidsrisico's op de werkplek of in het bedrijf preventief beoordeeld. Het plan van aanpak is een verplicht onderdeel van de RI&E, zoals staat in de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet).