6 mei 2011 -
Slechts drie procent van de binnenlandse vorderingen van Nederlandse bedrijven is oninbaar. Ons land scoort hiermee ver onder het Europees gemiddelde van acht procent en kent het laagste percentage binnenlandse oninbare vorderingen van Europa. Ook het percentage buitenlandse oninbare vorderingen behoort met vier procent tot de laagste van Europa.
Zo blijkt uit de negende editie van de Betalingsbarometer van Atradius onder 1.847 ondernemingen in negen Europese landen: Nederland, Denemarken, Spanje, Duitsland, Zweden, België, Frankrijk, Groot-Brittannië en Italië. . Als oorzaak voor het lage percentage aan oninbare binnenlandse vorderingen ziet Atradius ondermeer de sterke betalingsmoraal van Nederlandse bedrijven en het feit dat Nederlandse ondernemers daadkrachtig zijn in het actief opvolgen van facturen.
Opvallende verschillen
Uit de resultaten blijkt dat zelfs nu de ergste periode van de wereldwijde recessie voorbij is, sommige Europese bedrijven nog steeds serieuze problemen hebben om aan hun betalingsverplichtingen te voldoen. Leveranciers van goederen en diensten moeten dus alert blijven. Voorts laat het onderzoek een opvallend verschil zien in de betalingsduur tussen Noord- en Zuid-Europa. Zo betalen klanten in Spanje en Italië aanmerkelijk later dan klanten in landen in de noordelijke helft van Europa. De gemiddelde betalingsduur varieert van 23 dagen in Denemarken en Duitsland tot 77 dagen in Spanje. In Nederland worden betalingen gemiddeld binnen 31 dagen voldaan.
Striktere betalingstermijn
Nederlandse bedrijven hanteren een striktere betalingstermijn dan vorig jaar; zij hebben in de eerste maanden van 2011 hun gemiddelde betalingstermijn voor binnenlandse klanten teruggebracht van 30 naar 26 dagen. Dit ligt acht dagen onder het Europees gemiddelde van 34 dagen. Uit het onderzoek blijkt dat Denemarken (22 dagen) en Duitsland (24 dagen) de meest strikte betalingstermijnen hanteren.
30 procent te laat betaald
Verder blijkt uit de Betalingsbarometer dat het totale aantal klantenkredieten dat uitstaat (DSO: Days Sales Outstanding), met 36 dagen een stuk langer is dan de gemiddelde betalingstermijn van 26 dagen. Maar liefst 30 procent van de facturen uitgestuurd door Nederlandse bedrijven wordt te laat betaald. Om hun geld toch sneller binnen te krijgen, volgt bijna driekwart van de ondernemingen hun achterstallige facturen sneller en strikter op. Buitenlandse klanten doen er 37 dagen over om hun facturen te betalen. Dit gemiddelde ligt hoger dan bij binnenlandse klanten, zij doen er 29 dagen over. Als voornaamste reden om niet op tijd te betalen wordt genoemd dat er ‘onvoldoende middelen beschikbaar zijn’ (35 procent). Bij buitenlandse betalingen is dit ‘de complexheid van de betaalprocedure’ (25 procent).
"Buitenlandse klanten doen er vaak langer over om hun betalingen te voldoen dan binnenlandse, een fenomeen dat zich bij ondernemers uit alle landen in het onderzoek voordoet en reden is voor Nederlandse bedrijven om de kredietwaardigheid van hun afnemer extra goed te controleren. In combinatie met tijdige opvolging van achterstallige facturen is dit het juiste recept voor een geslaagde deal," vertelt Bert Bruning, algemeen directeur van Atradius Nederland.
Handelskrediet als commerciële tool
Nederlandse bedrijven zijn voornamelijk bereid om handelskrediet te verlenen op basis van commerciële gronden. Zo geeft 43 procent als belangrijkste reden aan dat zij dit doen voor ‘het uitbouwen van een duurzame handelsrelatie’. Daarnaast is het bevorderen van omzetgroei (twintig procent) een belangrijk motief. Handelskrediet wordt het meest gebruikt in de productiesector. In deze sector geeft 75 procent aan op krediet te verkopen aan buitenlandse klanten en 50 procent aan binnenlandse klanten. "Nederland is een land dat zich traditiegetrouw sterk richt op export. Van de onderzochte landen staat het op de derde plaats als het gaat om het verlenen van handelskrediet aan buitenlandse afnemers," aldus Bruning.
