Handel in aandelen door commissarissen niet ongebruikelijk
6 september 2001 -
Commissarissen mogen best aandelen hebben in bedrijven waarop zij toezien. Maar duidelijk beleid ontbreekt.
De affaires rond Boonstra werpen de vraag op of het niet tijd is voor strengere regels. Cor Boonstra ging in de fout als commissaris van Ahold toen hij vorig jaar tijdens de gesloten periode zijn aandelen in het concern van de hand deed zonder dat officieel te melden aan de Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE).
Joep Brentjens, commissaris van VNU, verkocht in maart zijn aandelen in de uitgever en meldde dat wel keurig aan de STE vlak voordat het concern bekendmaakte af te zien van een voorgenomen emissie. Een commissaris die handelt in aandelen van het bedrijf waar hij op toeziet is geen novum. De vraag is echter of hij zijn functie als onafhankelijk toezichthouder, die er ook moet zijn voor de werknemers en de crediteuren van een onderneming, wel goed kan uitvoeren indien hij tevens aandeelhouder is.
De meningen zijn verdeeld. En het beleid van organisaties als VNO-NCW en het Nederlands Centrum van Directeuren en Commissarissen (NCD) is tweeslachtig. Hun aanbevelingen voor `het treffen van optieregelingen voor ondernemingsbesturen' van juli dit jaar gaan slechts marginaal in op effectenbezit onder commissarissen.
Uit onderzoek van adviesbureau Towers Perrin, op basis van de jaarverslagen over 2000, blijkt 55 procent van de beursgenoteerde ondernemingen toezichthouders te hebben die ook aandeelhouder zijn. Een belangrijk deel van deze groep bestaat uit voormalige bestuurders, die na hun terugtreden de overstap maakten naar de raad van commissarissen. In Groot-Brittannië wordt dat gezien als een pre. maar Britten zijn dan ook meer gericht op aandeelhouderswaarde en de 'non-executives' zijn er nauwer betrokken bij de bedrijfsvoering dan commissarissen in Nederland.