Werkgevers: Kamer van Koophandel moet niet concurreren met private bedrijven
12 februari 2002 -
Ondernemers moeten minder gaan betalen aan kamers van koophandel. Dat zegt de ondernemingsorganisatie VNO-NCW in het kader van een evaluatie van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken van 1997.
De wettelijke verplichte bijdragen van ondernemers lopen inmiddels op tot 120 miljoen euro per jaar.
VNO-NCW en de vijf bij haar aangesloten regionale verenigingen vinden dat de kamers zich aan de wet moeten houden. De wet zegt dat de kamers geen taken mogen uitvoeren die door marktpartijen of private organisaties in voldoende mate worden verricht. Via goede afspraken moeten doublures worden voorkomen. Dat gebeurt volgens VNO-NCW in onvoldoende mate.
Het gaat daarbij om zaken als voorlichting, lobby voor een stad of regio (regiostimulering) en advisering aan overheden. De kamers moeten volgens VNO-NCW meer faciliterend zijn voor private organisaties.
VNO-NCW vindt dan ook dat genoemde 'taken' van de kamers op privaatrechtelijke basis kunnen worden uitgevoerd. Tot en met 2003 kunnen wat VNO-NCW betreft afspraken worden gemaakt over een goede taakverdeling tussen de werkgeversorganisaties en de kamers. Dan moet opnieuw worden bekeken of dubbele werkzaamheden zijn geschrapt en kosten dienovereenkomstig zijn gedaald.
VNO-NCW wil dat het Handelsregister onmiddellijk centraal en digitaal wordt bijgehouden tegen een kostendekkend tarief. Dit kan een forse besparing opleveren voor ondernemers. Die lastenverlichting wordt nog groter als op diverse van de nu door de kamers verrichte diensten het profijtbeginsel op een verantwoorde wijze wordt toegepast.