19 maart 2003 -
Niet zelden worden projecten opgestart in organisaties, die al snel niet levensvatbaar blijken te zijn. Toch houden ten dode opgeschreven projecten vaak lang stand. Philips had de CD-I, Laurus had de Konmar, KPN destijds Videotext.
En zo zijn er tal van andere kleine en grote projecten, ook interne zoals grootschalige software-implementaties.
Geestdriftige promotor Isabelle Royer poogt in de Harvard Business Review de oorzaken te achterhalen van mislukkende projecten die toch koppig worden volgehouden, tegen beter weten en de markt in. Een belangrijke oorzaak waarom dit gebeurt, is een geestdriftige promotor die door het vuur gaat voor zijn 'kindje' (in bovenstaande voorbeelden respctievelijk: Jan Timmer, Ole van der Straaten en Paul Smits). Door hun enthousiasme worden zij blind voor kritiek.
Advocaat van de duivel Dat kost de bedrijfswereld miljarden die volgens Royer met enkele doeltreffende voorzorgen kunnen bespaard worden. Projectteams mogen nooit uitsluitend enthousiastelingen tellen, maar ook sceptici die al eens de advocaat van de duivel durven spelen. Geregelde evaluatiemeetings met het management vormen een tweede voorzorgsmaatregel.
Bron:Harvard Business Review