7 augustus 2001 -
Marketeers delen de wereld graag in groepen. Oftewel, lang leve de dinkies, de homo’s, de nouveau riches, de senioren of de etnische minderheden.
Daar komt nu een nieuwe groep bij: de BoBo's. Niet te verwarren met de ooit door Ruud Gullit in het leven geroepen afkorting van Bonds Bonzen!
Allemaal lezen ze hun eigen lijfbladen en soms hebben ze zelfs hun eigen tv- en radiostations. Reclamemakers richten zich graag op dit soort 'doorsnedes'.
De bobo’s zijn een Franse ontdekking, oftewel de ‘bourgeois bohèmes', vrij naar het boek Bobos in Paradise van de Amerikaan David Brooks. Het gaat om beroepsgroepen als kunstenaars, consultants, journalisten en informatici, tussen de 30 en 55 jaar oud.
Deze bobo’s zijn een kruising tussen een hippie en een yup. Ze hebben culturele en artistieke interesses, geld zat en doen alles om maar vooral niet burgerlijk over te komen. Ze beslaan 4 procent van de Franse bevolking, zijn zeer regelmatig op internet te vinden en erg gevoelig voor merken. Die kopen ze het liefst in verantwoorde winkels, bio-winkels zijn bijvoorbeeld erg populair onder bobo’s. Het is dus een doelgroep met hybride trekjes: ze consumeren zich feitelijk suf, maar afficheren zichzelf tegelijkertijd als nonconformistisch. Qua mediagebruik zijn ze met name gericht op de kwaliteitsmedia.