20 mei 2008 -
Managers vertonen systematisch vluchtgedrag en ontlopen lastige verantwoordelijkheden. Dit is een van de conclusies van een onderzoek van Berenschot en het Nederlands Centrum van Directeuren en Commissarissen (NCD), zo meldt Financieel Management.
Uit het onderzoek bleek dat iedere manager wel eens niet diep genoeg in de organisatie durft te kijken, periodieke rapportages negeert en onvoldoende interesse heeft in klanten. Hierdoor worden de doelstellingen van de organisatie ondergeschikt gemaakt aan die van de manager.
Vluchtgedrag
Managers met een hoog vluchtgedrag delegeren dikwijls zaken waar zij zelf tegenop zien. De groep managers die minder vluchtgedrag vertonen geven vaak leiding aan 200 werknemers of meer, of hebben meer dan tien jaar werkervaring. Om vluchtgedrag te voorkomen is het nodig dat organisaties leidinggevenden mede selecteren op hun vermogen om de dialoog met medewerkers en stakeholders aan te gaan. Verder is het te sterk sturen op resultaat – al dan niet gekoppeld aan individuele beloningen – doorgeschoten en moet een sterker accent worden gelegd op leiderschap waarbinnen normen en waarden een belangrijke plaats innemen.
Bron:Financieel Management
Was die verschrijving Freudiaans?
Nederlands Centrum voor DEBITEUREN? Het is toch directeuren?
En dan die cijfers ja, keken ze er maar vaker naar, want dan hoeven wij als crisismanagers niet steeds pas om 5 voor 12 proberen te redden wat er te redden valt.
Inderdaad zijn veel managers winnaar in de staat waar Clinton ook op voorsprong staat, The State of Denial.
Bodo Trietsch
|
|
20
-
05
-
2008
|
14
:
58
uur
Leuke verschrijving.
Een mogelijke verklaring is dat risicomijdend gedrag door pappen en nathouden binnen organisaties vaak wordt verkozen boven ingrijpen. De leden van de organisatie vinden mensen die lastige vragen stellen of zelfs willen ingrijpen niet aardig, storend en soms zelfs bedreigend. Niet helemaal onbegrijpelijk, want voor de meeste mensen is de continuiteit van een organisatie (inderdaad van levensbelang) synoniem met voorspelbaarheid. Ten onrechte, maar toch.
Dus kun je een defensieve Pavlov reactie verwachten tegen veranderingen die als onnodig of overdreven worden gezien. Zie het trieste lot van klokkenluiders.
Als dat de cultuur is binnen een organisatie komen daadkrachtige managers nooit boven drijven, ze zijn al vroeg omgevormd of uitgestoten. Behalve als de nood echt hoog is, inderdaad om 5 voor twaalf. Dan pas ziet de hele organisatie dat de continuiteit en dus hun bestaan bedreigd wordt en kan een breekijzer van buiten worden gehaald.
Noteer even, lieve mensen, de nadruk op MANAGERS. Het valt me dikwijls op dat managers inderdaad vluchtgedrag vertonen. Dat komt merendeels ook omdat het geen ondernemers zijn. Managers zijn in feite de oppassers. Belangrijk. Maar ze passen op het kippenhok. De werkelijke verandering moet van de ondernemers komen. En zodra die wonen en leven in een volgegeten land zonder verdere noodzaak tot vernieuwing, zullen ze pas veranderen als hun portomonnee leegraakt. Pas als er crisis komt, zie je behalve de ondernemers, juist ook de managers van stoel verspringen. Meestal doet de ondernemer iets paniekerigs. En vlucht de manager de tent uit. (of als het grote geld regeert, graaien de aandeelhouders hem weg). Dat is jammer. Want juist het vluchtgedrag, de angst die heerst en ook door de media overeind gehouden wordt, is de beste manier om Nederland binnen de komende tien jaar naar de Filistijnen te helpen. De meesten onder ons geloven in ''komt tijd komt raad''. Dat was in de VOC tijd misschien zo, als er een schip gekaapt was. Maar tegenwoordig gelden nieuwe regels. En helaas spelen we die nieuwe regels met de spelregels van het oude spel. Het oude ego MBA, de oude kroegtijgers en hun ervaring, en de afgekloven prominente bekende Nederlandse industrielen uit de vorige eeuw. Met dát spel willen we in Nederland winnen. Er is een grote kloof tussen zeggen dat je wint en werkelijk winnen. En die kloof begint bij de manager die zijn rugzak al klaar heeft staan om naar de volgende job te hoppen zodra het heet wordt onder de voeten.