De Amsterdamse beurs is donderdag met een lichte winst gesloten. De kwartaalcijfers van Amerikaanse banken stimuleerden het sentiment op het Damrak.
De AEX sloot 0,2 procent hoger op 451,04 punten.
Fondsmanager Cees Smit van For Tomorrow wees erop dat de Amerikaanse banken, die woensdag en donderdag met cijfers naar buiten kwamen, ook effect hadden op de financiële waarden op het Damrak. "J.P. Morgan en Bank of America trokken de hele sector mee", zei Smit, waar de fondsmanager aan toevoegde dat het ook juist de bankaandelen waren die in de recente winstrally achterbleven.
"Verder technisch gezien, zitten we boven de 450 [voor de AEX], en dat was een weerstandsniveau", vervolgde Smit. "Gister rond het slot kwamen we ertegenaan. Vandaag in de loop van de dag kwamen we erboven. Dat maakt de weg open richting de 470 tot 475".
Bij opening van de beurs kreeg het sentiment een stevige impuls na uitspraken van centraal bankier Haruhiko Kuroda, die in een toespraak aangaf dat de Japanse centrale bank klaar staat om het huidige opkoopprogramma van obligaties uit te breiden en de rente verder in negatief territorium te brengen, wat de groei van de economie moet aanjagen.
Later werden winsten genomen en schommelde de AEX tussen winst en verlies om uiteindelijk nipt in het groen te sluiten.
De euro/dollar werd donderdag rond het sluiten van de aandelenhandel op 1,1267 verhandeld. De prijs van een vat ruwe olie noteerde bij het slot van de Amsterdamse beurs op de New York Mercantile Index op 41,87 dollar, een stijging van 0,1 procent.
Het Internationaal Energie Agentschap meldde donderdag in een maandelijks rapport dat de oliemarkt in de tweede helft van 2016 richting evenwicht lijkt te bewegen, vanwege een gestage groei van de vraag naar olie en een dalend aanbod van producenten die geen deel uitmaken van oliekartel OPEC.
De Amsterdamse beurs heeft een goede week achter de rug met een koerswinst van 3,8 procent. De AEX steeg van 434,16 naar 450,95 punten. Daarmee sloot de hoofdgraadmeter vrijdag nipt onder het nieuwe jaarrecord dat op donderdag werd gezet op 451,04 punten.
Het cijferseizoen kwam deze week in Amerika op stoom, terwijl Unilever de aftrap op het Damrak verrichtte.
De week ging goed van start, volgens fondsmanager Corne van Zeijl van Actiam vanwege het in de steigers zetten van een zogenoemde bad bank in Italië. Dit zette de financiële waarden in Europa flink hoger, hetgeen later in de week een vervolg kreeg met overwegend goed ontvangen kwartaalcijfers van Amerikaanse banken.
De olieprijs was afgelopen week, in aanloop naar de bijeenkomst in Doha tussen grote olieproducerende landen, volatiel.
"De uitkomst van de ontmoeting zondag zal waarschijnlijk de volgende katalysator zijn voor de olieprijs, omdat het vooruitzicht op een deal tot nu toe de belangrijkste drijfveer was voor de stijging", schreef marktanalist Craig Erlam van OANDA vrijdag.
Rusland liet vrijdag weten niet te rekenen op een verdere stijging van de olieprijs en stemt het overheidsbeleid af op een olieprijs van circa 40 dollar per vat. Verder meldde The Wall Street Journal op gezag van overheidsofficials uit Iran en Qatar dat de Iraanse olieminister, Bijan Zanganeh, niet naar Doha gaat. Hij stuurt Hossein Kazempour, de Iraanse gezant bij de OPEC, in zijn plaats.
Uit China kwam afgelopen week positief nieuws. Dit begon op woensdag met een gemelde stijging van de export met 18,7 procent. Vrijdag bleek de industriële productie met 6,8 procent gestegen in maart, na een groei van 5,4 procent in de voorgaande twee maanden. De Chinese detailhandel groeide afgelopen maand met 10,5 procent, na 10,2 procent in januari en februari.
De Chinese economie groeide in het eerste kwartaal met 6,7 procent op jaarbasis. Dit was licht minder dan de 6,8 procent in het vierde kwartaal van 2015, waarmee de groei uitkwam op het laagste niveau sinds de eerste drie maanden van 2009. Toch was de 6,7 procent volledig conform verwachting.
Unilever was donderdag de eerste grote beursgenoteerde onderneming op het Damrak die met cijfers over het eerste kwartaal kwam.
Op het eerste gezicht leek de 2 procent lagere kwartaalomzet van 12.584 miljoen euro, hetgeen ook minder was dan analisten hadden voorzien, reden tot zorg, zo bleek ook uit de eerste handelsuren in het aandeel. Wisselkoerseffecten hadden een negatieve impact van 7,1 procent op de verkopen van Unilever.
Maar de onderliggende kwartaalomzet, waaruit eenmalige effecten van acquisities, desinvesteringen en vooral ook van valutaschommelingen waren uitgefilterd, steeg met 4,7 precies en dat was precies waar analisten vooraf op hadden gerekend.
Wat aandeelhouders als muziek in de oren klonk is dat Unilever het kwartaaldividend met 6 procent verhoogde naar 0,3201 euro per aandeel.
Geruststellend was verder dat het Brits-Nederlandse levensmiddelenconcern, van merken als Dove, Knorr en Omo, meldde dat er sprake was van versterking van marktposities in alle vier kernsectoren, te weten persoonlijke verzorgingsmiddelen, huishoudproducten, voedingsmiddelen en refreshments.
CEO Paul Polman herhaalde in een toelichting op het kwartaalrapport de bij de jaarcijfers uitgesproken ambitie om in 2016 in volumes sterker te groeien dan de markt, met daarbij een stabiele verbetering van de operationele marges bij de kernactiviteiten en een sterke kasstroom.
Analisten waren over het algemeen goed te spreken over de onderliggende cijfers, de verhoging van het dividend en de herhaling van de outlook.
Analist Jos Versteeg van Theodoor Gilissen Bankiers was met name positief over de volumegroei van 2,6 procent en de prijsstijgingen van 2,0 procent, en meer specifiek over de prestaties van de divisies persoonlijke en huishoudelijke verzorging.
Ook analist Richard Withagen van Kepler Cheuvreux roemde de "sterke" volumetrends in deze divisies, en wees verder op de flinke bijdrage van 8,3 procent uit opkomende markten aan de onderliggende omzetgroei.
Berenberg en Deutsche Bank verhoogden na de kwartaalcijfers het koersdoel voor Unilever. Analisten van Société Generale waren ook positief gestemd, maar wezen erop dat sectorgenoot Nestlé donderdag een hogere volumegroei rapporteerde dan Unilever.
Het aandeel ArcelorMittal heeft in de afgelopen week een flinke koerssprong gemaakt, geholpen door optimistische analistenrapporten over de staalsector, die de staalreus twee koopadviezen opleverde.
Zowel Goldman Sachs als Credit Suisse verhoogde deze week het advies op ArcelorMittal, naar respectievelijk Kopen en Outperform. Goldman Sachs voegde het fonds bovendien toe aan de favorietenlijst van de bank.
Analisten van de Amerikaanse zakenbank zeiden dat de financiële gezondheid van de staalreus aanzienlijk is verbeterd als gevolg van de recent afgeronde claimemissie en de verkoop van een onderdeel. ArcelorMittal haalde 3 miljard dollar op met de uitgifte van nieuwe aandelen en verkocht bovendien het belang van 35 procent in het Spaanse staalbedrijf Gestamp voor 1 miljard dollar. Het bedrijf van de Indiase miljardair Lakshmi Mittal gaat de opbrengsten gebruiken om de hoge schuldenlast terug te brengen. Deze week bracht de onderneming een bod uit op drie obligaties, waaronder in totaal voor 3 miljard dollar uitstaat.
De Zwitserse zakenbank Credit Suisse is ook positiever geworden over de vooruitzichten voor ArcelorMittal. Daarbij baseren de marktvorsers zich vooral op het "scherpe" herstel in de staalsector. Dit herstel volgt na een periode van malaise, veroorzaakt door de dalende grondstofprijzen en overcapaciteit in de staalmarkt. Dat laatste is vooral het gevolg van de hoeveelheden goedkoop staal waar China wereldwijd de markten mee bestookt.
Die overcapaciteit is vooralsnog trouwens nog niet afgenomen en dat brengt volgens Credit Suisse dan ook het risico met zich mee dat producenten in reactie op de opleving te snel hun capaciteit verhogen. Dit zou juist een marktherstel kunnen smoren.
Het technische beeld van de AEX is afgelopen week flink verbeterd. De AEX Trend Index eindigde op 72 procent, tegenover een stand van 52 procent een week eerder. De hoofdgraadmeter in Amsterdam maakte afgelopen week een fikse stijging door van krap vier procent van 434,16 naar 450,95 punten.
Een indexstand van 72 procent betekent dat 18 van de 25 fondsen uit de AEX boven het 40-weeks voortschrijdend gemiddelde VG(40) eindigden.

Net als vorige week had ArcelorMittal na een spectaculaire stijging het meest gunstige technische plaatje. De staalreus noteert 21,5 procent boven het VG(40).
Het meest sombere plaatje kwam opnieuw voor rekening van Altice, dat bijna 20 procent onder het VG(40) zit.