De Amerikaanse economie heeft in november in lijn met de rest van 2012 een gematigde banengroei laten zien nadat de negatieve gevolgen van de naderende fiscal cliff en orkaan Sandy bleken mee te vallen. Wall Street reageerde opgelucht op de cijfers, maar de Fed zal minder tevreden zijn.
Vorige maand kwamen er 146.000 banen bij. Dat was ruimschoots boven de Bloomberg consensusverwachting van 85.000. Veel economen gingen er van uit dat Sandy in combinatie met met de onzekerheid over de 600 miljard dollar aan bezuinigingen voor 2013 werkgevers huiverig maakten om nieuw personeel in dienst te nemen.
Na een neerwaarts herziening van in totaal 49.000 bleek de banengroei in oktober en september respectievelijk 138.000 en 136.000 te zijn. Over de afgelopen twaalf maanden groeide de werkgelegenheid met gemiddeld niet veel meer dan 150.000 per maand, een tempo waarbij de werkloosheid volgens de Fed “frustrerend traag” daalt.
Economen bij Nomura concluderen dan ook dat de geldpers van de Fed blijft draaien.
Volgens econoom Aichi Amemiya van Nomura wijzen de neerwaarts herzieningen er op dat “de onderliggende trend van de arbeidsmarkt niet genoeg is aangetrokken om het verwachte pad van het monetaire beleid te veranderen.”
Chicago Fed topman Charles Evans, die volgend jaar weer mag stemmen over het monetaire beleid, heeft eind november gezegd dat de Amerikaanse economie voor een half jaar lang banengroei van minstens 200.000 moet laten zien. Pas dan zal de Fed de maandelijkse obligatieaankopen van 85 miljard dollar terugbrengen.
Uit het rapport bleek dat de banengroei in de private sector van 147.000 geconcentreerd was bij dienstverleners, die 169.000 banen toevoegden. Voorafgaand aan de feestdagen kwamen er in de detailhandel 52.6000 banen bij. In de industrie gingen juist 22.000 banen verloren, waarvan 20.000 in de bouw.
De gemiddelde werkweek in de private sector was vlak op 34,4 uur, maar meevallend was dat het gemiddelde uurloon steeg van 23,59 dollar in oktober naar 23,63 dollar afgelopen maand.
De Amsterdamse beurs heeft de week afgesloten op de hoogste stand van dit jaar na een meevallend banenrapport uit Amerika.
De AEX won 0,4 procent op dagbasis en 1,8 procent over de week op een slotstand van 342,61 punten. Daarmee deed de beurs het beter dan in Frankrijk waar vandaag slechts een nipte winst werd geboekt en Duitsland dat zelfs lager sloot.
"In deze donkere dagen voor kerst lijken beleggers vooral oog te hebben voor de economische lichtpuntjes", aldus Martin van Vliet van ING, die spreekt van een "ware eindejaarsrally".
Uit Amerika kwam een meevallend banenrapport. De banengroei was met 146.000 flink meer dan waarop was gerekend. Wel werd de groei over de voorgaande twee maanden neerwaarts herzien.
Minder gunstig pakte het consumentenvertrouwen uit. Dat daalde onverwacht van 82,7 naar 74,5 in de belangrijkste maand voor de Amerikaanse detailhandel.
Verder liet de Bundesbank weten dat de Duitse economie maar zwak groeit met 0,7 procent dit jaar en 0,4 procent in 2013, lager dan de eerdere ramingen van respectievelijk 1,0 en 1,6 procent. De centrale bank waarschuwde daarbij dat Duitsland in het vierde kwartaal in een nieuwe recessie kan belanden.
Het technisch beeld van de AEX is in de afgelopen week duidelijk verfbeterd. De AEX Trend Index noteert vrijdag met 64 procent beduidend hoger dan de 52 procent van eind november.
Een indexstand van 64 procent betekent dat 16 van de 25 fondsen uit de AEX boven hun 40 weeks voortschrijdend gemiddelde (VG40) bewegen. De AEX sloot de week af op 342,61 punten, een koerswinst op weekbasis van 1,8 procent.
Air France-KLM blijft procentueel gezien van alle AEX-fondsen ook deze week het verst boven het VG(40), met 55 procent, tegen 56 procent een week eerder.
KPN blijft er technisch gezien nog altijd het slechtst voor staan. Het fonds noteert momenteel 33 procent onder het 40 weeks VG. Een lichte verbetering van de bijna 36 procent de week daarvoor.
Ahold, Aperam en Randstad noteerden inmiddels boven het 40(VG). Het opvallendst waren echter de financials die flink stegen. Aegon en ING wonnen zo'n 5 procentpunt en waren de fondsen waar het technische beeld het meest verbeterde.
De ongekozen Italiaanse premier Mario Monti zal opstappen zodra de begrotingswet door het parlement is aangenomen. Daarnaast heeft de voormalige premier Silvio Berlusconi aangekondigd mee te zullen doen aan de verkiezingen die waarschijnlijk al in februari 2013 zullen plaatsvinden. Dat melden meerdere media.
Monti maakte afgelopen weekend zijn voornemen om af te treden bekend. De positie van de premier begon eind vorige week te wankelen toen de PdL partij van Berlusconi, de grootste in het parlement, de steun aan de technocratische regering in trok. Dat was het openingsschot van de verkiezingscampagne die in het teken zal staan van de bezuinigingen en hervormingen die de technocratische regering van Monti afgelopen jaar heeft doorgevoerd om de economische crisis te bezweren.
Onduidelijk is welke rol Monti nu zal gaan spelen. President Giorgo Napolitano heeft gezegd dat Monti zich niet verkiesbaar mag stellen omdat hij benoemd is als senator voor het leven.
Pier Ferdinando Casini, de leider van de centrumpartij UDC, zei dit weekend dat veel gematigden zich kunnen vinden in Monti's beleid. Een optie zou zijn dat Monti een nieuw mandaat krijgt om met een technocratische regering verder te gaan.
Monti verving een jaar geleden Berlusconi als premier nadat de Italiaanse rente fors was opgelopen. Samen met de hulp van de Europese Centrale Bank is de Italiaanse obligatiemarkt sindsdien tot rust gekomen.