24 augustus 2016 - De Amsterdamse beurs is woensdag vlak tot licht hoger gesloten, waarbij de hoofdindex tussen lichte winsten en verliezen schommelde.
De AEX sloot vlak op 452,17 punten, de AMX won 0,3 procent tot 649,86 punten en de AScX steeg 0,2 procent tot 816,86 punten.
Het Damrak opende in eerste instantie lager, waarna de markt zich herstelde, maar tegen het einde van de handelsdag toch weer licht wegzakte. "De lagere olieprijs, vanwege een stijging van de voorraden ruwe olie in de VS, en de de lagere Amerikaanse beurzen zijn daar debet aan", aldus beleggingsadviseur Paul Springorum van Indexus, eraan toevoegend dat tevens sprake was van winstnemingen.
In het algemeen was volgens de beleggingsadviseur, "zoals eigenlijk de hele week al het geval is", sprake van een afwachtende houding van de markt in aanloop naar de toespraak van de voorzitter van de Federal Reserve Janet Yellen vrijdag tijdens de bijeenkomst in Jackson Hole. Springorum sprak van lage volumes en marktbewegingen zonder direct aanwijsbare redenen.
Op macro-economisch vlak werd bekend dat de groei van de Duitse economie in het tweede kwartaal van 2016 even hard vertraagde als in een vorige raming naar voren kwam. Het Duitse bruto binnenlands product steeg in het tweede kwartaal met 0,4 procent op kwartaalbasis.
Vanuit Amerika kwam gedurende de tweede helft van de handelsdag het nieuws dat de bestaande woningverkopen in de Verenigde Staten in juli zijn gedaald met 3,2 procent ten opzichte van juni tot een geannualiseerd aantal van 5,39 miljoen woningen.
Tot slot bleek uit cijfers van de Amerikaanse Energy Information Administration dat de voorraden ruwe olie in Amerika vorige week zijn gestegen met ruim 2,5 miljoen vaten. Ook de benzinevoorraden en voorraden stookolie stegen fractioneel. De capaciteitsbenutting van raffinaderijen daalde naar 92,5 procent.
Een oktober-future op een vat West Texas Intermediate noteerde rond het slot van de handel in Amsterdam 2,8 procent lager op 46,76 dollar en een oktober-future voor een vat Brent olie werd 2,1 procent goedkoper tot 48,87 dollar.
De euro noteerde ten opzichte van de dollar 0,5 procent lager op 1,1247, terwijl het Britse pond 0,3 procent steeg tot 1,3233.