27 juni 2016 - De Europese aandelenbeurzen zijn maandag voor de tweede opeenvolgende dag met stevige verliezen gesloten, nadat het Verenigd Koninkrijk er donderdag in een referendum voor koos om de Europese Unie te verlaten.
De EuroStoxx 50 sloot 2,9 procent lager op 2.696,70 punten, de Duitse DAX daalde 3,0 procent tot 9.268,66 punten, de Franse CAC 40 verloor 3,0 procent tot 3.984,72 punten en de Britse FTSE 100 eindigde 2,6 procent in het rood op 5.982,20 punten.
"De Brexit-schokgolven drukken de Europese indexen lager met als achterblijver de bancaire sector", aldus de Belgische bank KBC. Zo daalde ABN AMRO 12,6 procent en verloor ING Groep 7,8 procent, gaf in Frankrijk Société Générale 8,4 procent prijs en verloor Crédit Agricole 6,0 procent. Deutsche Bank sloot 6,2 procent lager en Commerzbank eindigde 5,2 procent in het rood. In het Verenigd Koninkrijk kelderde Barclays 17,4 procent en schreef Royal Bank of Scotland 15,4 procent af.
Michael Hewson van CMC Markets sprak van "opnieuw een rode zee" voor aandelenmarkten en benadrukte de verliezen voor Italiaanse banken tot "nieuwe laagterecords". De marktanalist constateerde dat zorgen over de solvabiliteit weer de kop op staken in verband met de omvang van de slechte leningen. UniCredit verloor 8,1 procent, Intesa Sanpaolo gaf 10,9 procent prijs en Popolare daalde 7,2 procent.
Het Britse pond noteerde maandag op 0,8353 euro. Vrijdag noteerde het muntpaar bij het slot van de Europese beurzen nog op 0,8122. Het pond noteerde donderdag nog op 0,7665 euro, toen de markten nog anticipeerden op een onveranderd lidmaatschap van het Verenigd Koninkrijk in de Europese Unie. Volgens marktanalist Hewson van CMC Markets anticiperen beleggers op "significante" verruimingsmaatregelen van de Bank of England in de komende weken en maanden.
In Spanje behaalde de conservatieve partij van regerend premier Mariano Rajoy de meeste zetels in de parlementaire verkiezingen van afgelopen zondag. Analisten zeiden dat een "vlucht naar veiligheid" na de Brexit-keus van het Verenigd Koninkrijk de traditionele partijen stemmen opleverde. Desondanks kan het Zuid-Europese land met politieke worstelingen geconfronteerd worden, aangezien Rajoy's partij geen meerderheid binnensleepte en zodoende opnieuw aan de onderhandelingstafel moet plaatsnemen om een coalitie regering te vormen. Eerdere onderhandelingen na de verkiezingen in december vorig jaar liepen op niets uit, waarna nieuwe verkiezingen werden georganiseerd.
De macro-economische kalender was maandag matig gevuld. Uit cijfers van de Europese Centrale Bank (ECB) bleek dat de maatschappelijke geldhoeveelheid in de eurozone, afgekort M3, op jaarbasis met 4,9 procent steeg in mei. In april kwam de stijging uit op 4,6 procent.
Verder bleek uit cijfers dat de ECB afgelopen week voor 17,1 miljard euro aan staatsobligaties opkocht, ongeveer 200 miljoen euro meer dan in de voorgaande week. Het recent opgetuigde aankoopprogramma van bedrijfsobligaties resulteerde in aankopen ter waarde van 2,7 miljard euro, waarmee de totale aankopen nu 4,9 miljard euro bedragen.
De euro/dollar noteerde op 1,1024. Bij het openen van de Europese beurzen bewoog het muntpaar op 1,1049, terwijl er bij het slot van de Amerikaanse aandelenmarkten vrijdag een stand van 1,1109 op de borden stond.
Olie noteerde maandag in het rood en gaf daarmee de verliezen van vrijdag een vervolg. Een augustus-future op een vat West Texas Intermediate noteerde 3,0 procent lager op 46,23 dollar en een september-future Brent werd 2,8 procent minder waard op 47,65 dollar.
Dinsdag krijgen beleggers een flink aantal vertrouwenscijfers te verwerken uit onder meer Frankrijk, Italië en de Verenigde Staten. Verder staan de nieuwste Amerikaanse groeiramingen en een toespraak van ECB-president Mario Draghi in Portugal geagendeerd.
