15 juli 2015 - De Amerikaanse beurzen zijn woensdag met een klein verlies gesloten, nadat de Federal Reserve liet weten voor dit jaar nog altijd te mikken op een eerste renteverhoging.
De S&P 500 index noteerde 0,1 procent lager op 2.107,41 punten. De Dow Jones index sloot vrijwel onveranderd op 18.050,17 punten en de Nasdaq verloor 0,1 procent op 5.098,94 punten.
Voorzitter Janet Yellen van de Federal Reserve gaf aan dat de data voor de arbeidsmarkt in de juiste richting wijst om in de loop van dit jaar de rente voor het eerst te verhogen, al moet het effect van de komende renteverhoging niet moet worden overschat. Yellen waarschuwde dat er nog altijd sprake is van een mismatch tussen vraag en aanbod, hetgeen blijkt uit onder meer de loonontwikkeling en dat relatief veel mensen de hoop op een baan hebben opgegeven.
Het Beige Book, dat als leidraad geldt voor het bepalen van het beleid van de Federal Reserve, toonde dat de Amerikaanse economie zich in de afgelopen weken positiever ontwikkelde en ruimte bood voor optimisme. Net als in de voorgaande edities was er in een flink aantal regio’s nog altijd sprake van een terugval van de bedrijvigheid in de oliesector. Daarentegen spraken een aantal districten van aantrekkende consumentenbestedingen als gevolg van lagere energieprijzen. De dure dollar drukte in een aantal districten nog altijd op de groei.
Het muntpaar euro/dollar noteerde woensdagavond 0,5 procent lager op 1,0952. Een augustus-future op een vat West Texas Intermediate daalde 3,0 procent in prijs naar 51,45 dollar en een vat Brent olie werd 2,5 procent minder waard op 57,20 dollar.
Uit cijfers van het ministerie van Energie bleek dat de voorraden ruwe olie afnamen met 4,3 miljoen vaten tot 461,4 miljoen vaten. De benzinevoorraden stegen licht, terwijl de voorraden stookolie en diesel met 3,8 miljoen vaten stegen tot 141,3 miljoen vaten. De bezettingsgraad van de raffinaderijen steeg van 94,7 naar 95,3 procent.
Beleggers kregen verder een rits aan cijfers over de industrie te verwerken. De productie van de maakindustrie, mijnbouw en nutsbedrijven nam in juni op maandbasis toe met 0,3 procent na een onaangepaste daling van 0,2 procent in mei. Ook de producentenprijzen kwamen in juni hoger uit, met een stijging van 0,4 procent op maandbasis. In mei was er nog sprake van een stijging van 0,5 procent en in april van een daling van 0,4 procent.
De marktomstandigheden voor de industrie in de Amerikaanse deelstaat New York verbeterden in juli. De index voor de huidige marktomstandigheden steeg met zes punten op maandbasis naar een stand van 3,9. Een cijfer boven de nul betekent dat de inschattingen van een meerderheid van de geraadpleegde managers bij industriële bedrijven over de marktomstandigheden positief zijn.
Naast de stroom aan nieuws wachten beleggers nog altijd op het oordeel van het Griekse parlement over het akkoord met de eurozone. "Het Griekse parlement aan zet", aldus marktanalisten van Rabobank, die ondanks de forse tegenstand in Griekenland toch rekenen op goedkeuring van het akkoord. Tegen het einde van de dag braken voor het Griekse parlementsgebouw hevige rellen uit tussen demonstanten en de politie.
