4 juni 2015 - Wall Street is donderdag fors in de min gesloten in aanloop naar het banenrapport van vrijdag, dat wordt beschouwd als ’s werelds belangrijkste macrocijfer. Grondstoffenfondsen stonden onder druk na een scherpe daling van de olieprijs op de vooravond van het productiebesluit van de Organisatie van olie-exporterende landen, OPEC. De S&P 500 index verloor 0,9 procent op 2.095,84 punten. De Dow Jones index handelde eveneens 0,9 procent in het rood op 17.905,69 punten en de Nasdaq verloor 0,8 procent op 5.059,13 punten. Kort na de opening noteerden de hoofdindices echter nog nipt in de plus ondanks een nerveuze stemming op de Europese aandelenmarkten, ingegeven door onzekerheid over de afloop van de Griekse schuldencrisis en volatiele obligatiemarkten. De markt kreeg onder meer een impuls na een oproep van voorzitter Christine Lagarde van het IMF aan de Amerikaanse centrale bank om te wachten met het verhogen van de rente totdat er duidelijkere tekenen zijn van loon- en prijsinflatie. In de loop van de handelsdag koersten de Amerikaanse beurzen echter consequent lager, waarbij onder meer oliewaarden zoals Exxon Mobil en Chevron in lijn met de bredere markt respectievelijk 0,9 en 0,8 procent prijs gaven. De euro/dollar noteerde donderdag vrijwel vlak op 1,1243, terwijl het Europese beurssentiment donderdagochtend nog aanvankelijk negatief werd beïnvloed door een aansterkende euro die topte op een niveau van 1,1390. De olieprijs werd daarnaast krap drie procent lager verhandeld in aanloop naar de bijeenkomst van de OPEC vrijdag. Econoom Hans van Cleef van ABN AMRO noemde de komende vergadering echter "een hamerstuk" en verwacht dat het oliekartel vasthoudt aan het productiequotum van 30 miljoen vaten per dag om zo geen marktaandeel te verliezen. Marktanalisten van zakenzender CNBC wezen er daarnaast op dat zowel de Dow Jones index als de S&P 500 index vandaag zakten onder hun 50 daags voortschrijdende gemiddelde, hetgeen tot nervositeit kan leiden bij technisch ingestelde handelaren. Beleggers kijken waarschijnlijk echter met vertrouwen uit naar het officiële banenrapport dat morgen wordt vrijgegeven. Loonstrookjesverwerker ADP liet eerder deze week al weten dat er in mei 201.000 banen bij kwamen, ruim meer dan de 165.000 in april. Het rapport van het ADP wordt gezien als een voorbode voor vrijdag. Daarnaast bleken vandaag de wekelijkse steunaanvragen met 8.000 gedaald naar 276.000. Het vierwekelijks voortschrijdende gemiddelde voor de eerste steunaanvragen, dat minder volatiel is dan de wekelijkse aanvragen, nam evenwel toe met 2.750 tot 274.750.