1 juni 2015 - De Amerikaanse beurzen gaan de maand juni goed van start en stevenen af op een hogere slotstand.
De S&P 500 index noteerde 0,5 procent hoger op 2.116,86 punten. De Dow Jones index steeg 0,4 procent naar 18.084,51 punten en de Nasdaq dikte 0,5 procent aan op 5.093,39 punten.
Beleggers kregen op de eerste handelsdag van de maand juni een flink aantal macro-economische cijfers te verwerken. De inkoopmanagersindex voor de Amerikaanse industrie gemeten door het Institute for Supply Management liet volgens KBC voor het eerst in zeven maanden een stijging zien en lag met 52,8 ruim boven de 52,0 die de markt voorzag. In april noteerde de index nog op 51,5.
Kort voor de publicatie van ISM bleek dat de Amerikaanse inkoopmanagersindex berekend door Markit juist daalde van 54,1 naar 54,0.
In Europa lieten vrijwel alle inkoopmanagersindexen een verbetering zien op maandbasis, alleen in Duitsland was er sprake van een terugval. Onderliggend gaat het volgens econoom Jurjen Witteveen van ING evenwel nog altijd prima in Duitsland. In China bleek de industrie nog altijd rond het break-even niveau te bewegen. Nieuwe steunmaatregelen door de Chinese overheid zijn volgens econoom Hongbin Qu van HSBC dan ook nodig om de binnenlandse vraag te stimuleren en een herstel van de groei te bewerkstelligen.
De Amerikaanse bouwuitgaven namen in april met 2,2 procent toe vergeleken met een maand eerder. Op jaarbasis was er in april zelfs sprake van een groei van 4,8 procent van de uitgaven. De persoonlijke uitgaven van Amerikanen maakten in april een pas op de plaats, terwijl de inkomens met 0,4 procent stegen. In april spaarden Amerikanen meer, wat leidde tot een stijging van de spaarquote van 5,2 procent in maart naar 5,6 procent in april.
Voor dinsdag wacht beleggers de Amerikaanse fabrieksorders over april en de maandelijkse autoverkopen van General Motors, Chrysler en Ford. Het belangrijkste agendapunt staat evenwel voor vrijdag geagendeerd met het Amerikaanse banenrapport.
Naast de macro-economische cijfers stond ook Griekenland weer in de belangstelling. Eind van de week moet er volgens de Eurogroep uiterlijk een akkoord liggen, omdat anders de nationale parlementen niet tijdig de uitbetaling aan het noodlijdende Zuid-Europese land kunnen goedkeuren. Het is volgens marktanalisten van Rabobank maar de vraag of de onderhandelingen deze week met succes worden afgesloten.
Het muntpaar euro/dollar noteerde 0,5 procent in het rood op 1,0932. Een juli-future voor een vat West Texas Intermediate daalde 0,1 procent naar 60,25 dollar en een vat Brent werd 1,0 procent lager verhandeld op 64,93 dollar.