18 mei 2015 - De Amerikaanse beurzen zijn maandag positief aan de handelsweek begonnen, waarmee recordstanden verder werden uitgebouwd.
De S&P 500 index noteerde 0,3 procent hoger op 2.129,20 punten, waarmee opnieuw een recordslot op de borden stond. De Dow Jones index steeg 0,1 procent naar 18.298,88 punten en de Nasdaq dikte 0,6 procent aan en steeg daarmee naar 5.078,44 punten.
Beleggers moesten het maandag stellen met een vrijwel lege beursagenda. De vertrouwensindex van de National Association of Home Builders voor Amerikaanse woningbouwers daalde van 56 punten in april naar 54 punten deze maand. Consumenten zijn volgens econoom David Crowe van NAHB voorzichtig en willen een meer stabiele financiële basis, alvorens zij een nieuw huis kopen.
Voor dinsdag wacht beleggers opnieuw cijfers over de Amerikaanse huizenmarkt, met onder meer de in aanbouw genomen nieuwe woningen over april en de bouwvergunningen. Later in de week volgen op woensdag nog de notulen van het laatste rentebesluit van de Federal Reserve en op vrijdag de nieuwste inflatiecijfers. Het cijferseizoen komt inmiddels tot een einde. Deze week openen onder meer nog Wal-Mart, Home Depot en Hewlett-Packard de boeken.
Maandag zei voorzitter Charles Evans van de Chicago Fed in een toespraak bij de Zweedse centrale bank dat de Federal Reserve de rente tot begin 2016 rond het huidige lage niveau moet houden. De centraal bankier wees op de "zwakke" macro-economische data uit het eerste kwartaal en gaf aan eerst bevestiging te willen zien dat deze cijfers inderdaad het gevolg zijn van tijdelijke factoren. Daarnaast wees Evans op de lage inflatie, wat naar verwachting nog enige tijd zal aanhouden. Een te vroege renteverhoging kan volgens Evans het economische herstel tot staan brengen, waarna de rente vervolgens weer verlaagd moet worden en extra stimuleringen nodig zijn.
Het muntpaar euro/dollar noteerde maandag 1,2 procent in het rood op 1,1309. Een juli-future op een vat West Texas Intermediate stond 0,2 procent lager op 60,45 dollar. Een vat Brent-olie werd 0,7 procent in het rood verhandeld op 66,34 dollar.
