23 maart 2015 - De Amerikaanse beurzen hebben een aanvankelijk lagere openingsindicatie grotendeels weggewerkt, maar stevenen nog wel af op een nipt lagere start van de handelsdag.
Futures op de Dow Jones index, S&P 500 index en technologiebeurs Nasdaq noteerden maandag rond de klok van twee uur tot 0,1 procent in het rood. De S&P 500 index sloot vrijdag op weekbasis nog liefst 2,7 procent hoger, waarmee een reeks van drie weken met negatieve resultaten ten einde kwam.
De euro/dollar handelde 0,7 procent hoger op 1,0898, waarmee het door Rabobank beoordeelde "herstel" van afgelopen week een vervolg kreeg. De voorgaande weken won de dollar nog flink aan kracht en pariteit tussen de beide munten naderde. De dure dollar maakt dat de winstgevendheid van Amerikaanse bedrijven in het buitenland onder druk staat en de concurrentiekracht wordt aangetast.
De prijs voor een vat Brent-olie noteerde maandag 0,8 procent lager op 54,95 dollar, terwijl ook edelmetalen goud en zilver in het rood noteerden.
De Europese beurzen noteerden maandag eensgezind in het rood, volgens vermogensbeheerder Jan Willem Nijkamp van Fintessa Vermogensbeheer ingegeven door winstnemingen. De Japanse Nikkei index klom eerder vandaag evenwel met 1,0 procent naar het hoogste niveau in 15 jaar, terwijl de Shanghai Composite 2,0 procent won. Na negen achtereenvolgende handelsdagen van hogere koersen, sloot de Chinese hoofdgraadmeter nu op het hoogste niveau sinds mei 2008.
Uit de Verenigde Staten bleek voorbeurs dat de Chicago Fed index in februari iets sterker onder de nulstand uit kwam. De index voor de ontwikkeling van de nationale economie daalde van 0,10 procent negatief in januari naar 0,11 negatief eind februari.
De verkopen van bestaande woningen in februari staan later vandaag nog geagendeerd.
Naast de inkoopmanagersindex over de industrie- en dienstensector volgen deze week onder meer nog cijfers over de Amerikaanse consumentenprijzen en de huizenmarkt, samen met de nieuwste groeiramingen voor de economie en het consumentenvertrouwen gemeten door de Universiteit van Michigan.