6 december 2014 - De Amsterdamse beurs heeft afgelopen week opnieuw aan kracht gewonnen en sloot op het hoogste punt van het jaar, ondanks een volatiele handelsweek en een aanvankelijke domper met het rentebesluit van de Europese Centrale Bank.
De AEX won op weekbasis 1,2 procent op 431,06 punten en scherpte daarmee het jaarrecord aan, terwijl de AMX 1,5 procent steeg.
"Beleggers kregen toch nog de pepernoten waar ze op gehoopt hadden", waarmee economen van ING wezen op het "zeer goede" banenrapport uit de Verenigde Staten van vrijdag.
In november kwamen er in de Verenigde Staten 321.000 banen bij, circa 100.000 meer dan de markt had voorzien. Daarbij werd de groei over de voorgaande twee maanden ook nog eens met in totaal 44.000 banen opwaarts bijgesteld.
President van de Europese Centrale Bank Mario Draghi liet een dag eerder volgens ING nog "het overgebleven strooigoed op zak" door geen nieuwe stimuleringsmaatregelen aan te kondigen. De ECB liet, conform verwachting, de rentes onveranderd en verlaagde zowel de groei- als de inflatieverwachtingen voor de komende jaren, wat leidde tot teleurstelling op de financiële markten waarbij zowel de aandelenmarkten als de obligatiemarkten terrein moesten prijsgeven.
"Misschien zijn beleggers verwend geraakt omdat eerder dit jaar zo gul gestrooid is met stimuleringsmaatregelen", opperden de economen van ING, die verder stelden dat "beleggers die vragen worden overgeslagen". ABN AMRO schreef dat Draghi "vermoedelijk nog niet het achterste van zijn tong wilde laten zien, omdat een aantal andere instrumenten nog niet is uitgeput". De bank verwacht in januari van komend jaar meer informatie voor de ECB over het succes van de huidige instrumenten, om vervolgens indien nodig over te gaan tot "een echt programma van kwantitatieve verruiming door middel van het opkopen van staatsobligaties".
Ondanks het jaarrecord en ook sterke prestaties in de rest van Europa, begon de beursweek nog in mineur. De inkoopmanagersindex voor de bedrijvigheid in de industrie in de eurozone daalde van 50,6 in oktober naar 50,1 in november. Een voorlopige raming voor november wees al op een daling naar 50,4. Economen van KBC spraken voor Europa van "opnieuw een zwakke indicator". De Duitse index daalde naar het laagste niveau in bijna anderhalfjaar tijd en wees met een stand van 49,5 zelfs op krimp.
Volgens ABN AMRO was het sentiment onder de inkoopmanagers in de Verenigde Staten "buitengewoon goed, terwijl de stemming in Europa wees op zwakke en tegenvallende vooruitzichten", wat het pessimisme rondom de Europese economie verder voedde.
Na een volatiele week met als hoogtepunt het Amerikaanse banenrapport ligt de blik voor komende week vooral op Europese macro-economische cijfers met in het bijzonder cijfers over de industriële productie. Ook inflatiecijfers uit zowel Duitsland als Frankrijk passeren de revue, terwijl de agenda voor bedrijven geen belangrijke gebeurtenissen weergeeft.
In de Verenigde Staten ligt het zwaartepunt in de tweede helft van de beursweek, met op donderdag de detailhandelsverkopen over november en een dag later de producentenprijzen en verder nog het consumentenvertrouwen gemeten door de Universiteit van Michigan.