10 april 2013 - De Federal Reserve overwoog de obligatieaankopen van 85 miljard dollar per maand de komende tijd te gaan verlagen als de vooruitzichten voor de arbeidsmarkt zouden blijven verbeteren. Dit blijkt uit de vroegtijdig gepubliceerde notulen van de monetaire vergadering van de Fed op 19 en 20 maart. “Veel leden [van de monetaire commissie], waaronder sommigen die gericht waren op de toenemende risico's [van kwantitatieve versoepeling], waren van mening dat aanhoudend solide verbetering van de vooruitzichten van de arbeidsmarkt de Commissie er toe kan doen besluiten het tempo van de aankopen te verlagen op een gegeven moment bij de komende vergaderingen”, valt te lezen in de notulen. In de monetaire commissie van de Fed, de Federal Open Market Committee (FOMC), mogen steeds twaalf centrale bankiers stemmen over het beleid. Het gaat om de zeven leden van de board of governors uit Washington, waaronder voorzitter Ben Bernanke, en New York Fed topman Bill Dudley en vier hoofden van de overige elf regionale Fed banken. Hiermee was de commissie ten opzichte van de voorlaatste monetaire vergadering, die in januari, duidelijk minder geneigd door te gaan met kwantitatieve versoepeling in het huidige tempo. In maart wilde slechts een kleiner geworden minderheid van twee commissieleden onverminderd doorgaan met kwantitatieve versoepeling. Binnen de Fed bestaan er zorgen dat kwantitatieve versoepeling de inflatie kan gaan aanwakkeren en risico's voor de financiële stabiliteit met zich meebrengt. Veel commissieleden merkten op dat vanwege de lage rentestanden beleggers in sommige markten additionele risico's nemen in hun zoektocht naar rendement. Daarnaast was de consensus dat de economie sinds het begin van het jaar wat beter is geworden, maar dat bezuinigingen meer de rem op de groei zijn gaan zetten. De werkloosheid werd echter nog steeds als te hoog genoemd en daarnaast lag de inflatie al geruime tijd onder de doelstelling van 2 procent. Uit de vergadering bleek dat de consensus nog steeds is dat de voordelen van kwantitatieve versoepeling zwaarder wegen dan de kosten en risico's die het beleid met zich mee brengt.
