8 maart 2013 - Het Damrak heeft in de loop van de handelsdag de winsten verder uitgebouwd, waardoor de AEX voor de vierde dag op rij hoger kan gaan sluiten. Beleggers zijn positief gestemd voorafgaand aan het Amerikaanse banenrapport, 's werelds belangrijkste macrocijfer. De AEX stijgt 0,8 procent naar 350,59 punten. Een slot op dat niveau zou de hoogste stand sinds 1 februari zijn en een weekwinst opleveren van meer dan 3 procent. “Je had vanochtend wat redelijk positieve cijfers uit China en Japan. Dan komt het Damrak rustig uit de parkeerstand”, zegt vermogensbeheerder Ed Manie van Ortelius Wealth Management, wijzend op de meevallende stijging van de Chinese export in februari en de terugkeer naar groei door Japan in het vierde kwartaal. Andere Europee beurzen zijn ook goed gemutst voorafgaand aan het banenrapport. Madrid (+1,6%) en Milaan (+1,3%) gaan aan kop. Volgens Bloomberg data daalt de Spaanse 10-jaars rente met 13 basispunten naar 4,79 procent, in de buurt van de 4,55 procent voor het Italiaanse equivalent. Op Wall Street sloot de Dow Jones gisteren licht hoger op 14.329,49 punten, een nieuwe all-time high. Vanochtend in Azië ging Tokio aan kop met een winst van 2,6 procent op 12.283,62 punten, de hoogste stand sinds 10 september 2008 dankzij de verdere verzwakking van de yen. Manie noemt de onderliggende economie nog steeds niet goed en zegt dat de markt hoger blijft gaan op stimulering door centrale banken, wat volgens de vermogensbeheerder zorgelijk is. “Het gros denkt: ik ben bang de boot te missen, en dan geef ik nog maar wat gas. Dat vind ik gevaarlijk”, aldus Manie. Naar verwachting zullen de Amerikaanse cijfers vandaag niet de aanleiding voor de Fed zijn om op de rem te gaan staan en de maandelijkse obligatieaankopen van 85 miljard dollar te verlagen. Economen gepolst door persbureau Bloomberg verwachten dat de Amerikaanse banengroei in februari uitkwam op 165.000, in lijn met de gemiddelde maandelijkse banengroei in de twaalf maanden tot en met januari. Dat is een tempo waarbij de arbeidsmarkt traag herstelt en niet de “substantiële” verbetering waar de Fed op mikt.