1 februari 2013 - Obligatiehouders van SNS Reaal lijken zwaarder te worden aangepakt dan bij vergelijkbare ingrepen bij noodlijdende banken in het door crisis geplaagde Spanje en Ierland. Denemarken heeft obligatiehouders juist zwaarder laten bloeden.
De staat kondigde vanochtend aan SNS Reaal voor 3,7 miljard euro te zullen gaan nationaliseren nadat er niet tijdig een oplossing met private partijen kon worden gerealiseerd. De andere Nederlandse banken hoesten 1,0 miljard euro op, wat volgens analisten minder is dan de kosten die de banken hadden moeten maken bij een faillissement vanwege het depositogarantiestelsel.
Daarnaast is er een bijdrage uit de private sector van 1 miljard euro doordat de staat door middel van de Interventiewet aandeelhouders en houders van alle achtergestelde obligaties en onderhandse schulden van SNS Reaal en SNS Bank onteigend. Houders van meer preferente obligaties, spaarders en andere rekeninghouders blijven daarentegen volledig buiten schot.
“De bondholders aanpakken is gedaan voor de bühne”, zegt handelaar Peter Jurgens van Keijser Capital, wijzend op de weerstand van leden van de Tweede Kamer om weer belastinggeld in een financiële instelling te stoppen.
Het ministerie van Financiën heeft laten weten dat houders van het papier zich kunnen wenden tot de ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam. De rechter moet dan de waarde van het onteigende vermogen vaststellen en de staat zal dit vergoeden. Het ministerie is van mening dat de stukken niets waard zijn. Zonder nationalisatie zou SNS Reaal failliet zijn gegaan, en zou de uitkering op de stukken nihil bedragen, redeneert Financiën.
“De volle 100 procent er in hengelen. Ik weet niet of ze dat gestand kunnen houden in de ondernemingskamer in Amsterdam,” aldus Jurgens.
De Verenigd van Effectenbezitters heeft in een eerste reactie laten weten zich te beraden op actie en juridische mogelijkheden te onderzoeken.