14 december 2012 - AkzoNobel heeft Decorative Paints Noord-Amerika verkocht aan PPG Industries voor 1,05 miljard dollar. Beleggers reageren opgelucht dat 's werelds grootste verfproducent de verlieslatende divisie heeft verkocht, maar sommige analisten hebben hun bedenkingen.
Topman Ton Büchner zei in een conference call met analisten dat de Noord-Amerikaanse verfdivisie de “kritieke massa” mist om op te kunnen boksen tegen concurrenten als marktleider Sherwin Williams. Het onderdeel voldoende slagkracht geven en de winstgevendheid op peil krijgen had volgens Büchner jaren kunnen duren en bovendien veel kapitaal en mankracht opgeslokt. AkzoNobel zal zich daarom met de verfactiviteiten richten op Europese markten en groeiregio's, waar de marges veel hoger liggen.
“Daar kan je zien waar het probleem ligt, Akzo is niet nummer 1, maar nummer 3 of 4 [in de Verenigde Staten],” zegt analist Tom Muller van Theodoor Gilissen Bankiers.
Muller noemt de verkoop verdeeld nieuws. Enerzijds kan de analist begrijpen dat AkzoNobel zich wil richten op regio's waar de marges hoger liggen en de marktpositie sterker is. Daarentegen zegt Muller liever gehad te hebben dat AkzoNobel in Noord-Amerika “ook bij de toppers hoort.” Maar dat was echter niet gemakkelijk geweest, relativeert Muller: “als je de boekwaarde krijgt, dan is het geen feest geweest.”
Analist Fabian Smeets van ING vond de verkoopopbrengst teleurstellend en stelde dat het concern "een significant deel van het lange termijn opwaarts potentieel voor een relatief laag bedrag" heeft verkocht op een moment dat de winstgevendheid eindelijk begint te verbeteren.
Topman Charles Bunch van PPG zei dat zijn bedrijf er 1,5 miljard dollar aan omzet heeft bijgekocht die de komende drie jaar 160 miljoen dollar aan extra nettowinst moet opleveren. Daarvan komt 60 miljoen dollar voor rekening van AkzoNobel, dat onder meer pensioenverplichtingen behoudt.