Over alles is al gescheven en alles is al eens gezegd. Wat u te vertellen heeft hoeft niet altijd zelfbedacht te zijn. Een oude boodschap kan nieuw zijn voor een andere luisteraar. Sprekers maken daarom graag dankbaar gebruik van andermans woorden door die te herhalen of te citeren, al dan niet met bronvermelding. Soms wordt er creatief gegoocheld met woorden om er weer iets nieuws van te maken. Ook in tweegesprekken praten mensen elkaar soms letterlijk na. Herhalen wat een ander heeft gezegd is weinig origineel. Toch heeft papegaaien in veel gevallen een positief effect op de relatievorming en de communicatie.
De koning van wezel – ezel Misschien heeft u op de middelbare school het volgende grapje wel eens uitgehaald. Uw docent vroeg aan een medeleerling om een stukje voor te lezen. En terwijl uw klasgenoot hardop voorlas, echode u steeds het laatste woord van de zin die hij uitsprak. Uw bedoeling was de ander daarmee van zijn à propos te brengen. Een grap die meestal goed lukte.
Als u een ander letterlijk napraat – napraat, kunt u hem daarmee in verwarring brengen – brengen. Zo’n echo kan hem onzeker maken - maken. Al snel komt uw gesprekspartner dan niet meer uit zijn woorden – woorden. Het lijkt niet zo zinvol om dat in een serieus gesprek toe te passen. Toch wordt dit papegaaien, genoemd naar de napratende vogel, gezien als een belangrijke gesprekstechniek. In verhandelingen over actief luisteren, wordt vaak geadviseerd de spreker te papegaaien. Dit doet u door het laatste woord uit de zin van uw gesprekspartner te herhalen. Zo laat u de ander merken dat u belangstellend luistert. Dit is goed voor de onderlinge verstandhouding. Papagaaien is de verbale equivalent van het spiegelen. U laat er mee blijken dat u zich goed afstemt op uw gesprekspartner.