Dat fietsen naar het werk toch niet doorbreekt komt ook door negatieve prikkels bij de werknemers zelf. Veel werknemers wonen te ver weg of vinden het slechte weer of bezweet op het werk aankomen redenen om de fiets te laten staan of in te ruilen voor de auto of het openbaar vervoer. Bovendien kunnen sommige bedrijven fietsen niet stimuleren door andere leefstijlbevorderende acties of bedrijfsreorganisaties. Om het fietsen toch een impuls te geven, start het ministerie van Volksgezondheid en Welzijn een proef. Via persoonsgebonden mobiliteitsbudgetten moet de fiets gepromoot worden, omdat de fietsende werknemer meer budget overhoudt dan de automobilist.