De richtlijn definieert het begrip ´alternatief´ echter zeer breed; als alle fondsbeheerders die geen UCITS-vergunning hebben, zelfs wanneer hun beheerders al onder toezicht staan van nationale toezichthouders, zoals de AFM. De nieuwe richtlijn wil bijdragen aan vier doelstellingen: beheersing van systeemrisico´s, transparantie en bescherming van de belegger, harmonisatie van regels en een gemeenschappelijke Europese markt. Onder het regime van de nieuwe regels moeten beheerders straks een vergunning aanvragen en staan zij onder direct en doorlopend toezicht van de toezichthouder; in Nederland de AFM.
Pensioenfondsen ontkomen niet aan de nieuwe richtlijn: zij beleggen immers ook in alternatieve beleggingsvormen. Beheerders ervan zullen zich dan ook aan de strikte eisen van de richtlijn moeten conformeren. En dat brengt zowel eenmalige als structurele kosten met zich mee die uiteindelijk op de premiehouders zullen worden afgewenteld.