Persoonlijkheid is echter de belangrijkste determinant: extraverte mensen zijn gelukkiger dan introverte en zelfvertrouwen maakt gelukkiger dan onzekerheid. De wetenschap komt er steeds meer achter dat persoonlijkheid, net als intelligentie, voor een groot deel toe te schrijven is aan de genen. Rond een derde deel van de verschillen in het gelukkig zijn wordt geërfd. Serotonine is een stof die de stemming beïnvloedt en die deels in het DNA vastligt.
Ook het genetisch materiaal van hele volkeren speelt een rol bij het geluk dat wordt ervaren. Zo zijn Aziaten minder gelukkig dan op grond van hun besteedbare inkomen verwacht zou worden en zijn inwoners van Afrikaanse landen juist gelukkiger dan verwacht. Landen met een bevolking die aanleg heeft voor onzekerheid en angst zullen eerder het collectief dan het individu centraal stellen.