Kooij wijst daarbij op de praktijk. Als zij een willekeurig bedrijf binnenloopt met ergonomisch verantwoord meubilair, dan nog hangen mensen onderuit of hebben zij de stoel verkeerd afgesteld. Zij denkt dan ook dat als bedrijven voorlichting blijven geven en die voorlichting ook vastleggen, pas dan problemen die door Het Nieuwe Werken ontstaan kunnen worden uitgesloten. Adviseren om thuis ook ergonomisch meubilair aan te schaffen doet Kooij echter niet. Juist thuis kunnen mensen immers variëren met stoelen om aan te werken.
Op kantoor is er vaak een vaste werkplek, waardoor die variatie niet bestaat en mensen dus blijven zitten. De werknemer heeft daarnaast nog iets van een eigen verantwoordelijkheid. Kooij denkt wel dat de arboregels sommige bedrijven ervan weerhouden om Het Nieuwe Werken in te voeren. Zij zien dit dan als een excuus om het niet te hoeven doen.