Het betaald voetbal verkeert in een financiële crisis en weer wordt een beroep op de overheid gedaan om bij te springen. De reden hiervan is dat betaaldvoetbalorganisaties (bvo`s) primair gericht zijn op sportieve successen en niet op waardecreatie, een premisse en primaire functie van een onderneming. Normale waardeketens bevatten stimuli en disciplinerende mechanismen, maar die ontbreken bij de bvo`s. De bedrijfstak betaald voetbal kent een belangrijke coördinatiefout: maximaliserend gedrag van het bestuur van een bvo leidt tot slechts een klein aantal succesvolle bvo`s en een groot aantal verlieslatende. Om hun positie te verbeteren moet een bvo kwalitatief betere spelers kopen.
Die hogere kosten worden echter niet terugverdiend met recettes en tv-opbrengsten. Er zijn bovendien veel stakeholders die primair belang hebben bij sportieve prestaties, maar niet bij financiële. Meer marktwerking kan dit opportunistische gedrag uitbannen.