Met name de maanden januari en juli zorgden voor goede omzetten. Deze maanden zijn de traditionele uitverkoopmaanden. De verkoop van de nieuwe collecties kwam in het zomer- en winterseizoen echter maar moeizaam op gang. Waar normaal gesproken ook de maanden februari, maart, augustus en september bedrijfseconomisch gezien belangrijk zijn, bleef de omzet nu achter. Pas in de maanden april en oktober besloot de consument wat meer te kopen.
In de schoenenbranche kon het CBS de volgende dalingen optekenen: het aantal verkochte paren daalde gemiddeld met 2,5% met een afname van 2,4% in damesschoenen, -5% in kinderschoenen en -0,8% in herenschoenen. De gemiddelde verkoopprijs van de schoenen steeg wel in 2009. Met name grote steden hadden last van de omzetdaling. Winkeliers in plaatsen tot 35.000 inwoners zagen de omzet minder hard dalen. Mogelijk komt dit omdat deze winkeliers meer een band hebben met hun klantenkring.