Fed zag in september "redelijk argument" voor renteverhoging - Notulen
(ABM FN-Dow Jones) Leden van het beleidscomité van de Amerikaanse Federal Reserve handhaafden in september de rente hoewel er een redelijk argument was om de federal funds rate te verhogen. Dit bleek woensdagavond uit de notulen van de centrale bank.
De Fed handhaafde de benchmark op 21 september op 0,25 tot 0,50 procent. In de toelichting op het rentebesluit in september benadrukte de Amerikaanse centrale bank evenwel dat de argumenten voor een renteverhoging sterker waren geworden maar dat het beleidscomité wilde wachten tot er meer bewijs was dat volledige werkgelegenheid was bereikt en de inflatie dichter bij het doel van 2,0 procent was gekomen.
Uit de notulen bleek woensdag dat er meerdere bestuursleden waren die deze verklaring misleidend vonden, omdat dit mogelijk meer de nadruk zou leggen op de tijdspanne van een mogelijke renteverhoging in plaats van het verzamelen van economisch bewijs dat het besluit om de federal funds rate te verhogen gerechtvaardigd is.
Voorafgaand aan het vrijgeven van de notulen werd de kans op een renteverhoging bij de volgende vergadering, op 1 en 2 november, ingeschat op 11 procent. De kans op een renteverhoging in december is grotendeels ingeprijsd, gezien de kans van 69 procent waarop beleggers dit momenteel inschatten.
Waarom in september nog gewacht werd met een renteverhoging wordt niet echt duidelijk uit de notulen. Mogelijk was de outlook voor de inflatie toch nog te zwak. De ontwikkeling van het prijspeil in Amerika is een van de weinige beleidsonderdelen waarop de meeste Fed leden het met elkaar eens zijn. Veel bestuursleden spraken in september van een gebrek aan inflatoire druk, aldus de notulen. Tot 2019 zal de Fed de gewenste prijsstabiliteit van 2 procent niet bereiken, zo verwacht de centrale bank zelf.
Over de ontwikkelingen op de Amerikaanse arbeidsmarkt en de vraag of er bijna sprake was van een volledige werkgelegenheid, was in september minder consensus, bleek verder uit de verslaglegging.
