Beleggers zullen komende week minder aandacht besteden aan de reguliere kalender, maar de ogen vooral gericht houden op de ontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk.
Donderdag 23 juni kunnen de Britten in een referendum stemmen over het lidmaatschap van het Verenigd Koninkrijk in de Europese Unie. Afgelopen week maakten beleggers zich in toenemende mate zorgen over een Brexit, wat resulteerde in stevige verliezen op de aandelenmarkten.
Het sentiment draaide vrijdag evenwel na de moord op de Britse politica Jo Cox. Donderdag kwam aan het einde van de middag het trieste nieuws naar buiten over een aanslag op het Britse parlementslid en fervent voorstander van het Britse lidmaatschap in de Europese Unie, waarop zowel de voor- als tegenstanders hun campagnes stil legden.
"Het is afwachten of de brute moord op parlementslid Jo Cox [voorstander van 'blijven'] en het stilleggen van de campagnes iets aan deze situatie zal veranderen", aldus ABN AMRO.
De macro-economische agenda op maandag bevat het Nederlandse consumentenvertrouwen en de Duitse producentenprijzen. Dinsdag komt de Duitse ZEW-index vrij, wat volgens ABN AMRO wat zegt over hoe beleggers aankijken tegen de investeringsmogelijkheden in de Duitse en Europese economie.
Na een vrijwel lege kalender op woensdag, staan donderdag de voorlopige inkoopmanagersindexen geagendeerd over juni. Vrijdag volgen de nieuwste groeiramingen uit zowel Nederland als Frankrijk en de Ifo-index, de belangrijkste maatstaf van het ondernemersvertrouwen in Duitsland. Uit de Verenigde Staten komen verder nog cijfers over de orders voor duurzame goederen en het consumentenvertrouwen gemeten door de Universiteit van Michigan vrij.
"Hoe interessant ook, deze cijfers zullen worden ondergesneeuwd door het Britse referendum en de uitslag daarvan op donderdagavond", stelde ABN AMRO.
Na afloop van het Britse referendum wacht beleggers op zondag 26 juni met de Spaanse verkiezingen opnieuw een belangrijk weegpunt. De meest recente peilingen wijzen op een ruime overwinning voor de Partido Popular van president Mariano Rajoy, gevolgd door Unidos Podemos en de Partido Socialista Obrero Español.
