Wall Street stevent woensdag af op een hoger slot nadat een meevallend ADP banenrapport extra steun gaf aan het positieve sentiment. Amerikaanse beurzen noteerden kort voor de sluitingsbel tot twee procent hoger.
Ondanks de forse winsten op deze laatste handelsdag van het derde kwartaal, betreft het alsnog het slechtste kwartaal sinds 2011 voor de drie belangrijkste Amerikaanse indices. Het slechte kwartaal was onder meer te wijten aan zorgen over de Chinese economie en de onzekerheid omtrent het monetaire beleid van de Federal Reserve. Vanaf volgende week kijkt de markt evenwel weer uit naar het nieuwe cijferseizoen.
Woensdag maakte loonstrookjesverwerker Automatic Data Processing voorbeurs bekend dat er in september 200.000 nieuwe banen in Amerika zijn bijgekomen. Daarmee groeide het aantal banen in een hoger tempo dan in augustus. In augustus bedroeg de groei nog 186.000, een neerwaartse bijstelling van de oorspronkelijk gemelde groei van 190.000, terwijl er in juli nog 169.000 banen bijkwamen.
Marktanalist Philip Marey van Rabobank sprak van een "net cijfer" en noemde de resultaten "beter dan verwacht". Daarbij verwacht Marey dat de officiële banencijfers van vrijdag in lijn zullen zijn met die van het ADP.
"De cijfers zijn een goed teken omdat ze laten zien dat de Amerikaanse economie blijft draaien, maar anderzijds zorgen ze ook voor een grotere angst voor een renteverhoging door de Federal Reserve," zo nuanceerde Marey.
De cijfers zullen volgens Rabobank voldoende reden zijn voor de Fed om in december de rente te verhogen.
Verder kregen beleggers inzicht in de Chicago inkoopmanagersindex. De index daalde in september fors met 5,7 punten tot 48,7 punten. Een indexcijfer kleiner dan 50 wijst op afnemende economische activiteit.
De euro/dollar werd woensdag verhandeld op 1,1192.
