De Amerikaanse beurzen zijn maandag met een verlies aan de handelsweek begonnen, ondanks een flinke opleving van de olieprijzen.
De S&P 500 index daalde 0,8 procent naar 1.972.18 punten, de Dow Jones index verloor 0,7 procent op 16.528,16 punten en de Nasdaq sloot 1,1 procent lager op 4.776,51 punten.
Beleggers moesten het stellen met een vrijwel lege beursagenda, waarbij cijfers over de industrie voor de regio Chicago geen steun konden bieden. De inkoopmanagersindex kwam in augustus 0,3 punten lager uit op een stand van 54,4, nadat de index een maand eerder nog met ruim 5 punten steeg tot 54,7.
Verder reageerden beleggers volgens marktanalist Emile Cardon van Rabobank teleurgesteld over de uitkomsten van Jackson Hole. "De deur voor een renteverhoging in september blijft openstaan, terwijl beleggers hadden gehoopt dat een renteverhoging helemaal van de baan zou zijn."
Econoom Piet Lammens van KBC verwacht aan het einde van de week meer te weten over een eventuele renteverhoging in september. Lammens kijkt vooral uit naar belangrijke macro-economische cijfers met de ontwikkeling van de inkoopmanagersindexen op dinsdag en donderdag en het banenrapport op vrijdag. "Bij sterke cijfers kan de balans naar een renteverhoging overslaan, terwijl de balans bij ontgoochelingen naar uitstel zal hellen."
Het muntpaar euro/dollar werd 0,3 procent hoger verhandeld op 1,1218. ABN AMRO verwacht vanwege de recente marktonrust niet langer op korte termijn pariteit tussen de twee munten. Zelfs als de Federal Reserve in september met een renteverhoging zou komen, is volgens valutaspecialist Georgette Boele een pariteit tussen de euro en de dollar in september "onwaarschijnlijk".