De Amerikaanse beurzen zijn vrijdag lager gesloten na de publicatie van het banenrapport, dat geldt als 's werelds belangrijkste macro-economische cijfer.
De S&P 500 index daalde 0,3 procent naar 2.077,57 punten, de Dow Jones index verloor eveneens 0,3 procent op 17.373,38 punten en de Nasdaq koerste 0,3 procent lager op 5.043,54 punten.
Afgelopen maand nam het aantal banen in de Verenigde Staten toe met 215.000, en de werkloosheid bleef onveranderd op 5,3 procent. De banengroei van 223.000 voor juni werd bijgesteld naar 231.000 en voor mei werd de groei aangepast van 254.000 naar 260.000.
Een "heel goed" banenrapport over juli, oordeelde econoom Maritza Cabezas van ABN AMRO, ondanks dat de groei wel minder sterk was dan in juni. Belangrijk was volgens Cabezas dat de lonen afgelopen maand met 0,2 procent stegen. Juist de loongroei was volgens de econoom de laatste tijd "een zorgenkindje".
Of de Federal Reserve in september de rente gaat verhogen zal volgens de econoom vooral afhangen van de banengroei in juli en augustus. Met het rapport van vandaag is er volgens ABN AMRO in ieder geval voldoende reden voor een verhoging. De bank rekent op een verhoging van de rente met 0,25 procentpunt in september en vervolgens in december met nog eens 0,25 procentpunt.
Verder kregen beleggers aan het einde van de handelsdag nog cijfers over het consumentenkrediet te verwerken. Het consumentenkrediet groeide in juni met 7,3 procent, na een groei van 5,9 procent in mei.
Op weekbasis resteerden stevige verliezen voor de Amerikaanse beurzen. De toonaangevende S&P 500 index daalde 1,3 procent, terwijl de Dow Jones index en technologiebeurs Nasdaq respectievelijk 1,8 en 1,7 procent op weekbasis verloren.
Het muntpaar euro/dollar noteerde vrijdagavond 0,3 procent hoger op 1,0959. Een september-future op een vat West Texas Intermediate daalde 1,9 procent naar 43,83 dollar en een vat Brent werd 1,9 procent goedkoper op 48,58 dollar.