De Amerikaanse beurzen zijn maandag bij een vrijwel lege beursagenda met een verlies aan de handelsweek begonnen in afwachting van een flink aantal bedrijfscijfers.
De S&P 500 index daalde 0,5 procent naar 2.092,44 punten, de Dow Jones index verloor eveneens een half procent op 17.977,04 punten en de Nasdaq sloot 0,2 procent lager op 4.988,25 punten.
Beleggers moesten het op de eerste handelsdag van de week doen met een vrijwel lege beursagenda. Uit cijfers van het ministerie van Financiën bleek dat de Amerikaanse overheid in maart 53 miljard dollar tekort kwam, na een tekort van 192 miljard dollar in februari. In de eerste zes maanden van het huidige fiscale jaar, dat loopt van oktober tot en met september, kwam het tekort uit op ruim 439 miljard dollar tegen 413 miljard in dezelfde periode een jaar eerder.
Dinsdag staan onder meer de Amerikaanse detailhandelsverkopen en producentenprijzen over maart over de agenda, samen met de bedrijfsvoorraden over februari. Verder openen onder meer Johnson & Johnson, JP Morgan Chase, Wells Fargo en Intel Corporation de boeken over het afgelopen kwartaal.
Naast de bedrijfscijfers is er ook aandacht voor de Federal Reserve. De Fed publiceert woensdag het Beige Book.
Het muntpaar euro/dollar noteerde maandag 0,2 procent lager op 1,0577. ABN AMRO verwacht dat hogere cijfers voor de Amerikaanse detailhandelsverkopen en consumentenprijsinflatie de dollar deze week "waarschijnlijk een flinke duw in de rug geven" en voorziet eind juni pariteit voor het muntpaar.
Georgette Boele van ABN AMRO wees er op dat het negatieve effect van het tegenvallende banenrapport over maart snel begint weg te ebben. "Dit onderstreept de kracht van de dollar", aldus de valutaspecialist.
Olie werd maandag hoger verhandeld. Een mei-future op een vat West Texas Intermediate steeg 0,6 procent in prijs naar 51,95 dollar. Een vat Brent werd 0,2 procent duurder op 59,07 dollar. Edelmetalen goud en zilver noteerden tot 0,7 procent lager.