Binnen de Fed was er veel steun voor het loslaten van het geduldig (patient) zijn met het normaliseren van het monetaire beleid, maar over het moment van de eerste renteverhoging was er beduidend meer verdeeldheid. Dit bleek woensdag uit de notulen van het rentebesluit van de Federal Reserve van medio maart.
Vrijwel alle centraal bankiers stonden achter het laten vallen van de bewoording geduldig, vanwege de vooruitgang die op de arbeidsmarkt is geboekt. Alvorens de rente evenwel voor het eerst wordt verhoogd, moet niet alleen verdere vooruitgang op de arbeidsmarkt worden geboekt, maar moet er ook een "zekere mate" van vertrouwen zijn dat de inflatie op middellange termijn terugkeert naar de gewenste twee procent, zo was de algemene opvatting binnen de Fed.
Verschillende centraal bankiers oordeelden op basis van de beschikbare economische data en de vooruitzichten, dat deze eerste verhoging in juni vermoedelijk gerechtvaardigd is.
Daar stond evenwel tegenover dat andere bankiers vrezen dat de lagere energieprijzen en de dure dollar de inflatie op korte termijn negatief beïnvloeden, hetgeen volgens hen reden is om pas later in het jaar de rente voor het eerste te verhogen. Een paar centraal bankiers opteerden er zelfs voor om pas in 2016 voor het eerste de rente te verhogen.
De centraal bankiers discussieerden verder over de juiste wijze om de markt informeren over een renteverhoging.