De Amerikaanse beurzen zijn vrijdag hoger gesloten en maakten daarmee een einde aan een negatieve reeks, geholpen door een lagere dollar.
De S&P 500 index noteerde 0,9 procent hoger op 2.109,09 punten. De Dow Jones index steeg eveneens 0,9 procent naar 18.127,39 punten en de Nasdaq dikte 0,7 procent aan en steeg daarmee naar 5.026,42 punten.
Het muntpaar euro/dollar noteerde vrijdag 1,4 procent hoger op 1,0811, nadat de afgelopen weken de euro nog flink aan kracht won en pariteit tussen de beide munten naderde. De dure dollar maakt dat de winstgevendheid van Amerikaanse bedrijven in het buitenland onder druk staat en de concurrentiekracht wordt aangetast.
De Federal Reserve gaf woensdagavond aan niet langer "geduldig" te zijn met de eerste renteverhoging, waarna de dollar fors daalde. Tegelijkertijd liet de centrale bank weten dat een eerste verhoging in april niet waarschijnlijk is. "Wel werd de deur opengesteld voor een renteverhoging in juni", aldus Rabobank, dat verder sprak van een "short squeeze" van de Amerikaanse munt.
Beleggers moesten het verder stellen met een vrijwel lege beursagenda. De mondiale staalproductie bleek in februari licht gestegen met 0,6 procent. Dit was evenwel te danken aan China, waar de productie met 3,4 procent steeg. China is daarmee goed voor de helft van de wereldwijde staalproductie.
De prijs voor een vat Brent-olie steeg 1,2 procent op 55,07 dollar. Ook edelmetalen goud en zilver presteerden met winsten van respectievelijk 1,2 en 3,8 procent sterk.
De S&P 500 index sloot op weekbasis liefst 2,7 procent hoger, waarmee een reeks van drie weken met negatieve resultaten ten einde kwam. De Dow Jones index won op weekbasis 2,1 procent en voor technologiebeurs Nasdaq resteerde een winst van 3,2 procent.
Komende week krijgen beleggers onder meer cijfers over de Amerikaanse consumentenprijzen en de huizenmarkt te verwerken, samen met de nieuwste groeiramingen voor de economie en het consumentenvertrouwen gemeten door de Universiteit van Michigan.