De Amerikaanse beurzen lijken met een verlies aan de handelsweek te beginnen en gaven daarmee een aanvankelijke openingswinst prijs.
De S&P 500 index noteerde 0,6 procent lager op 1.989,48 punten. De Dow Jones index daalde eveneens 0,6 procent naar 17.175,22 punten en de Nasdaq gaf 1,1 procent prijs tot 4.605,21 punten.
Zoals vaker in de afgelopen weken waren olie-gerelateerde fondsen opnieuw de gebeten hond. OPEC-lid en minister van Energie in de Verenigde Arabische Emiraten Suhail Al-Mazrouei zei volgens persbureau Bloomberg dat de OPEC de productie niet verlaagt, zelfs niet als de prijs daalt tot 40 dollar. "We stellen geen prijspeil, de markt stabiliseert zichzelf", aldus Suhail Al-Mazrouei.
Secretaris-generaal Abdalla El-Badri van de OPEC liet volgens het Amerikaanse persbureau weten spoedig een herstel van de olieprijs te verwachten, als gevolg van veranderingen in de wereldwijde economische cyclus.
De prijs voor een vat Brent-olie ging maandag met 2,5 procent omlaag tot 60,62 dollar. In de decembermaand verloor het 'zwarte goud' al ruim elf procent aan waarde.
Han Vermeulen van Aberfeld Asset Management noemde net als analisten van KBC de verder dalende olieprijs als hoofdschuldige voor het rood op de borden, aangezien er gedurende de dag "geen cijfers van importantie" passeerden. Voorlopige cijfers toonden een forse stijging van de Amerikaanse industriële productie, met een groei op maandbasis van 1,3 procent in november voor de productie van de maakindustrie, mijnbouw en nutsbedrijven na een opwaarts bijgestelde groei van 0,1 procent in oktober. Op jaarbasis bedroeg de groei in november 5,2 procent.
Tegenover de gestegen industriële productie stond een verslechtering van de marktomstandigheden voor de industrie in de Amerikaanse deelstaat New York. De index voor de huidige marktomstandigheden daalde naar 3,6 punten negatief in december. Vorige maand noteerde de index nog op een positieve stand van 10,2. Een cijfer boven de nul betekent dat de inschattingen van een meerderheid van de geraadpleegde managers bij industriële bedrijven over de marktomstandigheden positief zijn, terwijl een negatief cijfer erop wijst dat de beoordelingen door de bank genomen pessimistisch zijn.
In de laatste volle handelsweek van 2014, waarin de marktactiviteit volgens KBC traditioneel afneemt en investeerders geen grote posities meer innemen, komt de Federal Reserve nog eenmaal bijeen voor een monetaire vergadering. Naast het rentebesluit, dat vermoedelijk weinig stof zal doen opwaaien, maakt de Amerikaanse centrale bank nieuwe ramingen bekend en geeft het mogelijk enige richting over bijvoorbeeld de eerste renteverhoging.
"Een precies antwoord moet niet verwacht worden, maar de Fed kan in haar verklaring niet langer vermelden dat zij haar beleid nog voor een 'considerable' tijd ongewijzigd zal houden", aldus econoom Piet Lammens van KBC.