De Amerikaanse beurzen hebben maandag te maken gekregen met verschillende negatieve invloeden en stevenen af op een lager slot.
De S&P 500 index daalde 0,6 procent naar 2.055,21 punten, de Dow Jones index verloor 0,2 procent op 17.797,19 punten en de Nasdaq noteerde richting het sluiten van de markt liefst 1,3 procent lager op 4.730,21 punten.
Met name het forse verlies van de Nasdaq trok de aandacht op de beurzen, met als hoofdverantwoordelijke indexzwaargewicht Apple. Het fonds noteerde 3,5 procent lager nadat Morgan Stanley het advies voor de technologiesector verlaagde van Overwogen naar Houden en de positie in Apple "bescheiden" verlaagde, nadat de koers in de afgelopen drie jaar bijna in waarde verdubbelde.
Ook bekende namen als Facebook, Amazon.com en Yahoo! lieten een veer op de Nasdaq, met verliezen van ruim drie procent. Hekkensluiter onder de honderd grootste fondsen op de techbeurs was evenwel Tesla Motors met een min van 5,6 procent. Microsoft Corporation onttrok zich aan de malaise en schreef 1,8 procent bij.
Big Blue IBM sloot een langjarig contract met het Nederlandse ABN AMRO ter waarde van miljarden dollars, maar kon dit met een verlies van 0,5 procent niet vertalen in een hogere beurskoers. IBM wordt de komende tien jaar verantwoordelijk voor de IT infrastructuur van de bankactiviteiten wereldwijd.
Buiten de slechte prestaties van technologiefondsen kampte de bredere markt ook met koersdruk vanwege een lager groeitempo in de Amerikaanse industrie. Zowel het cijfer gemeten door het Institute for Supply Management als dat van Markit Economics wees op een afname van de groei, maar noteerde nog altijd ruim boven het break-even niveau van 50.
De bedrijvigheid in de Amerikaanse industrie viel daarmee nog altijd fors hoger uit dan elders in de wereld. In de eurozone viel de inkoopmanagersindex vanochtend terug naar nog slechts nipte groei, waarbij zowel Duitsland als Frankrijk krimp lieten zien in november. In China en Japan liep het groeitempo eveneens terug.