De Nederlandse staat gaat SNS Reaal nationaliseren voor 3,7 miljard euro en de top van de bankverzekeraar treedt terug. De noodlijdende bankverzekeraar wist gisteren voor de deadline van 18:00 geen oplossing te vinden voor het kapitaaltekort. Dit melden SNS Reaal en het ministerie van Financiën vanochtend.
Volgens het ministerie van Financiën is de nationalisatie noodzakelijk gebleken vanwege de uitzichtloze situatie waarin SNS Bank en SNS Reaal zich bevinden. Volgens De Nederlandsche Bank directeur Jan Sijbrand was er geen kapitaal meer overgebleven door de vastgoedverliezen bij Property Finance, waardoor SNS Reaal failliet dreigde te gaan. Daarnaast was een uitstroom van deposito's op gang gekomen. Dit was een ernstig en onmiddellijk gevaar voor het financiële stelsel.
Een oplossing door de grote drie banken ABN AMRO, ING Groep en Rabobank te laten helpen bleek niet mogelijk. Daarnaast bleek dat een investering door private equity in SNS Reaal zou betekenen dat er te veel risico's zouden overblijven voor de belastingbetaler.
CEO Ronald Latenstein, CFO Ronald Latenstein en voorzitter van de raad van commissarissen Rob Zwartendijk leggen daarom hun functie neer omdat zij geen verantwoordelijkheid willen nemen voor het nationalisatiescenario. De top van de bankverzekeraar had aangestuurd op een private sector oplossing.
De nationalisatie kost de staat 3,7 miljard euro. Het gaat onder meer om een kapitaalinjectie van 2,2 miljard euro en 0,7 miljard euro voor Property Finance, de verlieslatende vastgoeddivisie. Daarnaast geeft de staat een overbruggingskrediet van 1,1 miljard euro en 5 miljard euro aan garanties. Als gevolg van de nieuwe steunronde stijgt de staatsschuld met 1,6 procentpunt.
De andere Nederlandse banken dragen 1,0 miljard euro bij aan de nationalisatie. Daarnaast is er een private sector bijdrage door de aandeel- en obligatiehouders.